4H6 - inzien repetitie Hindoeïsme

Inkijken toets Hindoeïsme 
In deze LessonUp vindt je vragen die je helpen om het goede antwoord op toetsvragen te ontdekken. 
Ook vindt je uitleg bij de open vragen. 
Heb je vragen? Stel ze gerust! 
1 / 28
next
Slide 1: Slide
GodsdienstMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 4

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Inkijken toets Hindoeïsme 
In deze LessonUp vindt je vragen die je helpen om het goede antwoord op toetsvragen te ontdekken. 
Ook vindt je uitleg bij de open vragen. 
Heb je vragen? Stel ze gerust! 

Slide 1 - Slide

1. Veel Hindoes noemen hun religie Sanatana Dharma. Wat betekent dit letterlijk?
A
doorgaande kringloop
B
eeuwige orde
C
godenverering
D
reïncarnatie

Slide 2 - Quiz

2. Welke uitspraak is juist?
A
Het Hindoeïsme is ontstaan door tradities uit verschillende natuurreligies
B
Het Hindoeïsme is ontstaan doordat een profeet een openbaring van god ontving
C
Het Hindoeïsme is ontstaan hoog in de bergen van de Himalaya
D
Het Hindoeïsme is ontstaan tegelijk met de islam

Slide 3 - Quiz

3. Het Hindoeïsme is ontstaan bij de rivier
A
de Ganges
B
de Rijn
C
de Nijl
D
de Indus

Slide 4 - Quiz

4. De Trimoerti bestaat uit
A
Visjnoe, Sjiva en Brahma
B
Brahma, Visjnoe en Laksjmi
C
Krisjna, Ganesja en Sarasvati
D
Krisjna, Sjiva en Sarasvati

Slide 5 - Quiz

5. Deze afbeelding heet
A
Dharmawiel
B
Sanatana Dharma -symbool
C
Aum-teken
D
Ksatria-symbool

Slide 6 - Quiz

6. Dit is geen ritueel bij de geboorte in het Hindoeïsme
A
Het knippen van het eerste haar
B
Het geven van een druppeltje honing + roomboter
C
Er wordt een rode stip met henna op het voorhoofd geplaatst
D
De naam wordt gegeven nadat er een horoscoop is gemaakt

Slide 7 - Quiz

7. Welke volgorde van kasten is juist?
A
Beschermers, handelaren, priesters, dienaren
B
Beschermers, priesters, dienaren, handelaren
C
Priesters, beschermers, handelaren, dienaren
D
Priesters, handelaren, beschermers, dienaren

Slide 8 - Quiz

8. Maak de zin af: in het Hindoeïsme doet de vader bij de geboorte van een baby het volgende:
A
Hij geeft een druppeltje roomboter + honing en maakt met een stokje het Aum-teken op de tong van de baby
B
Hij geeft een druppeltje zoete honing en knipt de haren af en verbrandt die
C
Hij fluistert een zegenweng en doet de baby driemaal in bad
D
Hij fluistert een zegenwens en maakt met olie het Aum-teken op het voorhoofd van de baby

Slide 9 - Quiz

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

9a. Welke zin klopt?
A
Wanneer de moksja bevrijdt wordt uit de samsara en voor altijd terugkeert naar de goddelijke bron, noemen we dat atman
B
wanneer de atman bevrijdt wordt uit de samsara en voor altijd terugkeert naar de goddelijke bron, noemen we dat moksja.

Slide 12 - Quiz

9b. Welke zin klopt?
A
Hindoes geloven dat ze gevangen zitten in de samsara
B
Hindoes geloven dat ze gevangen zitten in de brahman

Slide 13 - Quiz

9c. Welke zin klopt?
A
De kastelozen worden ook wel dalits genoemd
B
De kastelozen worden ook wel ksatria's genoemd

Slide 14 - Quiz

9d. Welke zin klopt?
A
In het Hindoeïsme worden gelovigen begraven
B
In het Hindoeïsme worden gelovigen gecremeerd

Slide 15 - Quiz

Slide 16 - Slide

hindoestanen zijn:
A
nakomelingen van Indiers die ooit in Suriname als slaaf gingen werken
B
alle hindoes in Nederland
C
kinderen van een hindoepriester
D
Alle hindoes wereldwijs

Slide 17 - Quiz

Slide 18 - Slide

Monotheïsme
A
geloof in meerdere goden
B
geloof in één god

Slide 19 - Quiz

De goden van hindoeisme verwijzen naar Brahman
A
Juist
B
Onjuist

Slide 20 - Quiz

Slide 21 - Slide

Heeft de god Brahman een vorm of lichaam?
A
Ja
B
Nee

Slide 22 - Quiz

Slide 23 - Slide

Wat vieren de Hindoes met Divali?
A
De overwinning van het goede over het kwade
B
De overwinning van het licht over het duister
C
Het uitdoven van de dias
D
het feest van het nieuwjaar

Slide 24 - Quiz

Wat hoort niet bij Divali?
A
Holika
B
Divali's
C
Schoonmaken
D
Lakshmi

Slide 25 - Quiz

Slide 26 - Slide

Wat is Karma?
A
Je daden hebben gevolgen (en bepalen je reïncarnatie)
B
De verlossing/Hemel in het hindoeïsme
C
De verlossing/Hemel in het boeddhisme
D
Het oordeel van God nadat je bent gestorven

Slide 27 - Quiz

Noem 1 top en 1 tip voor jezelf die je meeneemt voor de volgende keer

Slide 28 - Open question