Sommergewitter 4

• duits
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Sommergewitter

Jullie krijgen een aantal vragen over het boek Sommergewitter en jullie luisteren en lezen mee met de laatste 10 bladzijdes van het boek: blz. 164-175. Jullie beantwoorden daarover vragen. 

Viel Erfolg! 

S.146: "Zurückhaltend? Total fordern war sie! Angemacht hat sie mich, ist mir fast auf den Schoß gerutscht. Ich war das Opfer, sie hat mich bedrängt."
--> Wat bedoelt Rüdiger hiermee?

1. Ginie was niet terughoudend. Ze is bijna bij hem op schoot gaan zitten, ze heeft hem juist lastig gevallen, hij niet haar.
2. Rüdiger heeft haar lastig gevallen. Ginie was terughoudend, maar Rüdiger is bijna bij haar op schoot gaan zitten.
3. Ginie wilde seks met hem en is daarom op zijn schoot gaan zitten. Dat was altijd al haar plan en hij is daarvan het slachtoffer geworden.

S.146: "Sie wollte das Messer unbedingt haben, und als ich ihr gesagt habe, dass sie es nicht kriegt, hat sie es vor lauter Wut gepackt und in den nächsten Baum geschleudert."
--> hoe komt het mes van Rüdiger dus in de boomstam terecht?

1. Ginie wilde het hebben, mocht niet van Rüdiger, Ginie was zo boos dat ze het in de boom gegooid heeft
2. Rüdiger heeft het mes zelf in de boom gegooid in de hoop dat hij Ginie zou raken.
3. Ginie wilde het hebben, mocht niet van Rüdiger, heeft geprobeerd in woede om Rüdiger met het mes te raken, kwam in boom terecht.

S.147-148: "Das geschieht ihm recht. Er soll ruhig das Schlimmste annehmen. Mit meiner Familie brauchst du kein Mitleid haben!"
--> Waarom denk je dat Ginie zo boos is op haar familie en vooral op haar vader? Wat zou er gebeurd kunnen zijn? (misschien iets met de verdronken vrouw in het meer, lang geleden?

S.148: Wat was de "Bedingung" van Rüdiger om Steffi te helpen?

1. Hij zou haar alleen helpen als ze om middernacht haar vader zou bellen om alles te vertellen. Dat had ze beloofd.
2. Hij zou haar alleen helpen als zij hem ook al het geld terug zou betalen dat hij haar gegeven had
3. Hij zou haar alleen helpen als ze eerst haar vader even iets zou laten weten.

S.149: Belooft Annika om niks tegen de rest te zeggen waar Rüdiger op dit moment is, totdat Ginie heeft gebeld?

1. Ja
2. Nee

S.150: "Vielleicht war es besser, in dieser angespannten Atmosphäre erst mal so zu tun, als ob Jonas und Steffi bei meinem Gespräch mit Rüdiger dabei gewesen wären."
--> Waarom doet Annika eerst alsof Steffi en Jonas bij het gesprek met haar en Rüdiger waren?

1. De sfeer is nogal nerveus en gespannen. Ze wil niemand meteen ongerust maken en ze wil ook niet meteen zeggen waar Rüdiger is
2. Ze is bang dat haar moeder heel boos wordt als ze vertelt dat ze alleen bij Rüdiger is geweest.
3. Ze denkt dat haar moeder haar verhaal over Rüdiger sneller gelooft als Steffi en Jonas er ook bij waren. De sfeer is nogal gespannen, dus het is maar de vraag of ze het verhaal van Rüdiger wel geloven.

S.151: vertaal: Aufenthaltsort

S.155: waar vinden ze Ginie?

S.158: "Dass du schuld bist an ihrem Tod, das glaube ich!"
--> Wat bedoelt Ginie?

S.159-160: Wat is er met de moeder van Ginie gebeurd?

00:25

S.164: wie was de verdronken vrouw en welke rol speelde de vader van Ginie bij haar dood?

01:32

S.164: "Ein reinigendes Gewitter war längst fällig" --> Wat bedoelt Annika hiermee?

1. Het onweer met alle regen en storm was allang voorspeld. Dat wisten ze al langer dat dat zou gebeuren.
2. In de vriendengroep is er ook een soort "onweer" geweest, dit zat er al wel lang aan te komen, want het ging al langer niet goed.

02:07

S.165: "In erster Linie wollten sie sich natürlich bei Rüdiger entschuldigen?"
--> waarvoor willen de ouders van Annika zich verontschuldigen?

03:30

S.166: Is de vader van Rüdiger nog steeds boos op Ginie?

1. Ja
2. Nee

04:57

S.166-167: "Seine.... das waren nur unglückliche, unabsichtliche Zufälle."
--> Wat bedoelt Steffi hier? Wie is "Seine..." en wat is er tussen haar en hem gebeurd?

06:03

S.167: "Die Wahrheit würde ich wohl nie herausfinden." --> de waarheid waarover?

1. Of de betasting van Florian nu wel of niet expres gebeurd is
2. Of Rüdiger nu wel of niet Ginie iets aangedaan heeft
3. Of Steffi nu wel of niet de waarheid tegen Annika vertelt
4. Of Paul nu wel of niet iets te maken heeft met de verdwijning van de moeder van Ginie.

07:10

"Ich habe kein Bock mehr auf das Kleeblatt" --> Wat bedoelt Rüdiger hiermee te zeggen?

1. Hij wil geen klavertjes vier meer zoeken met Jonas en Steffi
2. Hij heeft geen zin om na al de stress op vakantie te gaan.
3. Hij wil niet meer met Steffi, Jonas en Annika op vakantie en van alles samen doen, hij vergeeft hen wel voor het beschuldigen, maar hij wil eigenlijk niet echt meer iets met hun doen.

07:57

"Ich bin damals nicht absichtlich reingekommen"
--> Waar is Rüdiger "toen" niet expres naar binnen gegaan en wat is zijn uitleg waarom hij binnen kwam?

08:52

Wat geeft Rüdiger als welkomsgeschenk aan Ginie?

1. Een knuffel, omdat hij blij is dat ze er weer is
2. Zijn mes, dat wilde ze toen in het bos zo graag hebben.
3. Zijn vergiffenis voor wat er gebeurd is

09:11

Annika: "Ich musste mich entscheiden..."
Wat moet Annika beslissen?

09:51

Ginie: "Ich war nach dieser Nachricht völlig fertig. Kannst du das verstehen?"
--> welke "Nachricht"?

11:15

Yasmin komt huilend naar Ginie, Rüdiger en Annika toe. Jonas heeft het met haar uitgemaakt. Welke Jonas?

1. Jonas, vriend van Annika, Steffi en Rüdiger, van hun klavertje vier
2. Jonas Koch, helemaal niet de Jonas van hun vriendengroep

12:47

Vertaal: viereckig

14:21

Wie is de "ik" persoon in de Epiloog?

1. Annika
2. Ginie
3. Steffi
4. Paul

15:03

Vertaal: Austauschschülerin

15:43

Waar wil Ginie mee beginnen als ze aan hun nieuwe leven zijn begonnen?

1. Met het schrijven van een dagboek
2. Met het vergeven van haar vader voor de leugens
3. Met het helpen van Annika om haar vriendschap te herstellen
4. Met het schrijven van een boek

Lees nog een keer de proloog van het boek: Wie is hier de "Ik"-persoon en welke situatie wordt daar beschreven?

In de Proloog en Epiloog is Ginie de "ik"-Persoon. Wie is dat in de rest van het boek?

1. Annika
2. Ginie
3. Steffi
4. Rüdiger