Les 1

Thema 6; Geld 
1 / 15
next
Slide 1: Slide
BurgerschapMBOStudiejaar 1

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Thema 6; Geld 

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Thema 6; Geld 

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Wat heeft er te maken met geld? 

Slide 3 - Slide

Na deze opdracht moeten  de studenten 5 voorbeelden opschrijven in hun werkboek, bladzijde 163. 
Hoe belangrijk vind jij geld?
😒🙁😐🙂😃

Slide 4 - Poll

Veel dingen die je wilt doen of wilt hebben, kosten geld. Het is daarom belangrijk dat je keuzes maakt waaraan je het uitgeeft. Sommige mensen vinden geld heel belangrijk, omdat ze bijvoorbeeld dure spullen willen hebben. Dit kan voor een ander weer heel anders zijn. 
Uitgeven 
  • Waar geef jij je geld aan uit? 
  • Waar geef jij je geld niet aan uit? 
  • Waarom? 

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Opdracht 1

Bladzijde 166

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Inkomsten
Uitgaven

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Slide 8 - Slide

Een budgetplan is een overzicht van inkomsten en uitgaven. Bij de inkomsten schrijf je al het geld wat je krijgt en bij je uitgaven al het geld wat je uitgeeft. 

Als je een budgetplan maakt, kun je zien of je geld overhoudt of geld tekort komt. 
Soorten inkomsten
  1. Loon
  2. Zakgeld
  3. Stagevergoeding 
  4. Basisbeurs 

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Soorten uitgaven
  1. Telefoonabonnement 
  2. Kleding 
  3. Uiteten 
  4. Boodschappen 
  5. Kapper 

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Inkomsten 
Uitgaven 
Totaal                       
Totaal                                 
Loon. 150,-
Basisbeurs. 90,-
Huur. 100,-
Telefoonabonnement. 50,-
Sporten 50,-
Boodschappen 50,-

Slide 11 - Drag question

240/250
Inkomsten 
Uitgaven 
Totaal                       
Totaal                                 
Kapper.  20,-
Loon.  200,-
Stagevergoeding. 100,-
Kleding. 50,-
Uiteten. 50,-
Telefoonabonnement. 20,-
Zakgeld. 20,-

Slide 12 - Drag question

320/140
Tips 
  • Hoe kan je ervoor zorgen dat je meer geld overhoudt?
  • Hoe kan je minder uitgaven hebben? 

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Wat is sparen? 
  • Geld sparen betekent dat je geld apart zet voor later. 
  • Spaarrekening 
  • Spaarpot 
  • Onverwachte uitgaven
  • Vakantie 

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Opdracht 3 
Bladzijde 170 en 171 

Slide 15 - Slide

This item has no instructions