Les 6 online

WELKOM
Les 6
25-09-2024

Katarina Hrnjez
katarinahrnjez@gmail.com
0643477708
1 / 37
next
Slide 1: Slide
NT2HBOStudiejaar 4

This lesson contains 37 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 180 min

Items in this lesson

WELKOM
Les 6
25-09-2024

Katarina Hrnjez
katarinahrnjez@gmail.com
0643477708

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen?
Les 5
  • herhaling meervoud / voornaamwoorden
  • transport
  • de weg vragen
  • de negatie (niet / geen)

Les 6
  • de kleuren
  • de kledingstukken

Slide 2 - Slide

Woorden flitsen

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Bezittelijke voornaamwoorden

Slide 5 - Slide

Bezittelijke voornaamwoorden


Ik heb een boek.                         Het is ………..boek.
Jij hebt een boek.                      Het is …… ..…boek.
U hebt een boek.                        Het is…………..boek.
Zij heeft een boek.                     Het is. …..… …boek.
Hij heeft een boek.                     Het is …………..boek.
Wij hebben een boek.               Het is ……….…boek.
Jullie hebben een boek.           Het is…………..boek.
Zij hebben een boek.                 Het is …………boek.

Slide 6 - Slide

Pronomina

Slide 7 - Slide

It's my coat. The coat is mine.

Slide 8 - Open question

It's her phone. The phone is hers.

Slide 9 - Open question

It's your bike. The bike is yours.

Slide 10 - Open question

It's their family. The family is theirs.

Slide 11 - Open question

It's our house. The house is ours.

Slide 12 - Open question

It's his phone. The phone is his.

Slide 13 - Open question

Les 5: de weg vragen/wijzen
Waar woon je?
Hoe ga jij naar school / het werk / de supermarkt / je land? > Ik ga …
  1. met / op de fiets
  2. met de auto
  3. met de trein / de tram / de bus
  4. met het vliegtuig
  5. met het openbaar vervoer
  6. te voet

Hoe lang duurt de reis?





Slide 14 - Slide

Les 5
Luister naar het lied.



welk gebouw / plaatsen zoeken de mensen ?
hoe vragen / wijzen zij de weg?

Slide 15 - Slide

Les 5

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Negatie
Ik ben getrouwd.
Ik ben niet getrouwd.

Ik heb kinderen.
Ik heb geen kinderen.

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Oefenen met niet/geen
We maken oefening 10.

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Slide

Slide 36 - Slide

Huiswerk
  • Boek, Les 6 - open gebleven vragen
  •  Boek, Les 6 huiswerk
  • E-learning, Les 6
  • Vertaal de woorden uit les 6

Slide 37 - Slide