Herhaling Hoofdstuk 4 Lezen 3F

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 2

Herhaling Hoofdstuk 4 Lezen

•  betoog 
• beschouwing 
• mening
• feit 
• argument 
• conclusie 
• verwerping 
• drogreden 
• generalisatie 
• artikel 
• voorargument 
• tegenargument

Wanneer spreek je van een feit-uitspraak?

1. Als je uitspraak op waarheid kunt controleren.
2. Als je het met de uitspraak eens bent.
3. Als je weet dat de uitspraak 100% waar is.
4. Als je weet dat het gebeurd is.

Welke zin is waar?

1. Je kunt een mening bewijzen met argumenten.
2. Je kunt een mening bewijzen met een andere mening.
3. Je kunt een mening onderbouwen met argumenten.
4. Je kunt mening gebruiken een onderbouwing.

theorie

Wat is een drogreden?

Ik ben een autoriteit, want ik heb gestudeerd.

Roken is ongezond, omdat ik ook niet niet rook.

Als iemand zegt: 'Voedingssupplementen zijn belangrijk, want dat zegt professor Van Zwelinck ook', is dat

1. een drogreden als Van Zwelinck een professor in de Sterrenkunde is.
2. een drogreden, omdat het een beroep doet op autoriteit.
3. een goed argument als professor Van Zwelinck professor is in de voedingsleer.
4. geen argument

Verschillende soorten teksten.

Wat is een kenmerk van een beschouwing?

1. De schrijver noemt zoveel mogelijk argumenten om je te overtuigen.
2. De schrijver noemt zowel feiten als verschillende meningen.
3. De schrijver noemt vooral meningen en geeft aan wat de beste argumenten zijn.
4. De schrijver beschrijft vooral zijn eigen mening.

Welke uitspraak is waar?

1. Een betoog heeft meestal geen duidelijke hoofdgedachte.
2. In een betoog probeert de schrijver je te overtuigen van zijn mening.
3. In tegenstelling tot bijvoorbeeld een beschouwing, bevat een betoog geen tegenargumenten.
4. Een betoog bevat altijd drie alinea's.

Welke tekst bevat de meest betrouwbare informatie?

1. Een tekst met alleen maar feiten.
2. Een tekst met feiten en meningen.
3. Een tekst met feiten en meningen en argumenten.
4. Een tekst met veel argumenten.

??

                                                                     generalisatie

feit

mening

argument

Welke van de onderstaande beweringen is een feit?

1. Drie aaneengesloten dagen van 30gr. noemen we een hittegolf.
2. Groningen is natuurlijk een mooiere stad dan Leeuwarden.
3. Iemand die dagelijks een biertje drinkt, noemen we een alcoholist.
4. De toets Nederlands was echt heel moeilijk, bijna iedereen had een onvoldoende.

Welke uitspraak is waar?

1. Generalisatie is beweren dat een uitspraak juist is, omdat een deskundige dat zegt.
2. Generalisatie is dingen met elkaar vergelijken, die niet te vergelijken zijn.
3. Generalisatie is een algemene regel vaststellen op basis van te weinig gegevens.
4. Generalisatie is mensen van dezelfde leeftijd met elkaar vergelijken.

Wat is een goede volgorde van een betoog?

1. conclusie - standpunt -tegenargument - weerlegging - voorargument.
2. conclusie - standpunt - voorargument - weerlegging - tegenargument.
3. standpunt - tegenargument - weerlegging- voorargument - conclusie
4. standpunt - voorargument - tegenargument - weerlegging - conclusie.

Welke uitspraak is waar?

1. In een betoog is de hoofdgedachte een argument.
2. In een betoog is de hoofdgedachte een feit.
3. In een betoog is de hoofdgedachte een mening.
4. In een betoog is de hoofdgedachte een beschouwing.

Hoe noem je een tekst waarin de schrijver je met meningen, argumenten en tegenargumenten aan het denken wil zetten?

1. een artikel
2. een beschouwing
3. een betoog
4. een recensie

Wat heb je geleerd?

Ben je nu beter voorbereid voor de toets?

😒🙁😐🙂😃