V5 leesvaardigheid oefenen

Welkom v5ta!
1 / 18
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Welkom v5ta!

Slide 1 - Slide

Programma
  1. 10 minuten lezen
  2. Staan de uitreksels van jullie gelezen boeken uit periode A in jullie leesdossier? 
  3. Oefenen leesvaardigheid
  4. Afsluiting en vooruitblik

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Lees de tekst op pagina 228-229 van je oefenboek.
De tekst kan worden onderverdeeld in de volgende drie opeenvolgende delen:
deel 1: Rituelen
deel 2: Steeds minder rituelen
deel 3: Het komt wel goed
Bij welke alinea begint deel 2? En bij welke alinea begint deel 3?

Slide 4 - Open question

In alinea 4 en 5 komen Gabriël van den Brink en Gert Vierwind aan het woord over de plaats die het eindexamen inneemt in onze samenleving. Wat is de overeenkomst in hun opvatting?
Geef antwoord in een of meer volledige zinnen en gebruik voor je antwoord niet meer dan 15 woorden.

Slide 5 - Open question

Verderop in de tekst is een nuancering te vinden op de opvattingen van Van den Brink en Vierwind.
Citeer twee zinnen die deze nuancering het duidelijkst weergeven.
Citeer als volgt: Eerste twee woorden ... laatste twee woorden.

Slide 6 - Open question

Wat is de belangrijkste functie van alinea 10 ten opzichte van alinea 9?
A
verklaring
B
relativering
C
toelichting
D
voorbeeld

Slide 7 - Quiz

Wat is het belangrijkste doel van de tekst?
A
De lezer ervan doordringen dat de moderne mens veel waarde hecht aan rituelen en dat het in dat opzicht een gemist is voor de examenleerlingen van 2020 dat het eindexamen werd afgelast.
B
De lezer laten nadenken over de rol die rituelen als het eindexamen spelen in de maatschappij en in het eigen leven.
C
De lezer op de hoogte brengen van de plaats die het eindexamen in onze maatschappij inneemt en de impact van het missen ervan op de examenleerlingen van 2020 relativeren.
D
De lezer waarschuwen voor het verdwijnen van rituelen als gevolg van de individualisering van de maatschappij en de gevolgen daarvan.

Slide 8 - Quiz

Lees de tekst op pagina 236-237 van je oefenboek.
De tekst kan worden onderverdeeld in de volgende drie opeenvolgende delen:
deel 1: Faalmoedig moeten wij zijn!
deel 2: Positieve kanten van falen
deel 3: Gevaren van het etaleren van falen
Bij welke alinea begint deel 2? En bij welke alinea begint deel 3?

Slide 9 - Open question

In alinea 4 van tekst 2 staat: 'Maar zodra ik mijn faal-cv op sociale media had gezet, manifesteerde zich een paradox...' (regel 28-30)

Citeer een zinsgedeelte uit een andere alinea dan alinea 4 waarin duidelijk wordt gemaakt wat die paradox inhoudt.

Slide 10 - Open question

'Ja, faalmoedig, dat zouden we moeten zijn!' (regel 77-78)

Leg in eigen woorden uit waarom we faalmoedig zouden moeten zijn. Geef antwoord in volledige zinnen.

Slide 11 - Open question

'Faalmoedig' is een neologisme.
Waarom kiest de auteur van tekst 2 ervoor het woord moed te gebruiken?
Geef antwoord in een of meer volledige zinnen en gebruik voor je antwoord niet meer dan 20 woorden.

Slide 12 - Open question

Welke drie functies zijn achtereenvolgens toe te kennen aan alinea 11 en 12 van tekst 2?
A
beoordeling, hypothese en uitwerking
B
conclusie, bewijsvoering en probleemstelling
C
probleemstelling, oplossing en conclusie
D
samenvatting, gevolgtrekking en advies

Slide 13 - Quiz

'Kennelijk is er falen dat we sympatiek vinden en falen dat we afwijzen.' (regel 90-92)
Wat is het verschil tussen deze twee varianten van falen?
Geef antwoord in een of meer volledige zinnen en gebruik voor je antwoord niet meer dan 30 woorden.

Slide 14 - Open question

De titel 'Etaleer je falen toch niet zo' lijkt in eerste instantie in tegenstrijd met de inhoud van de tekst, maar is toch een passende titel.
Leg deze bewering in eigen woorden uit.
Geef antwoord in een of meer volledige zinnen en gebruik voor je antwoord niet meer dan 45 woorden.

Slide 15 - Open question

Lees tekstfragment 1 op pagina 238 van je oefenboek.
In dit tekstfragment wordt gesproken over een gezonde wetenschap die falen mogelijk makt zonder dat het fataal is.
Leg uit of er volgens tekst 2 sprake is van deze 'gezonde wetenschap'.
Geef antwoord in een of meer volledige zinnen.

Slide 16 - Open question

Stine Jensen, de auteur van tekst 2, zou best weleens positief kunnen staan tegenover Firesteins idee van 'een gezonde wetenschap'.
In tekst 2 worden echter wel punten met betrekking tot falen genoemd waarop men zou moeten letten.
Geef één zo'n aandachtspunt.

Slide 17 - Open question

Afsluiting en vooruitblik
In de toetsweek:
Toets leesvaardigheid (2 teksten, 17 vragen, 26 punten)
Par. 2 t/m 7 (p. 56-67 handboek) en 32 (p. 126 handboek)
Extra oefenen? Tekst 3 lezen (p. 242-243 oefenboek) en maken vraag 1 t/m 9 (p. 244-245 oefenboek)

Na de toetsweek: 
Een weekje geen les ivm Romereis
Nieuw leesboek uitzoeken (recente titel uit 2020, 2021, 2022 of 2023; zie lijst op Teams voor suggesties)
Uittreksel boek periode A in je leesdossier (OneDrive)

Slide 18 - Slide