Taal, woordenschat thema 3, week 2

Taal, woordenschat 
thema 3, week 2
1 / 19
next
Slide 1: Slide
NederlandsBasisschoolGroep 8

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Taal, woordenschat 
thema 3, week 2

Slide 1 - Slide

Regels 
- Iedereen maakt het voor zichzelf.
- Je schreeuwt of zegt de antwoorden NIET door de klas.
- Tijdens het maken van de lessonup zijn we STIL.
- Je gebruikt normale namen met geen emoji’s.
Luister je  niet? Laptop inleveren en de opdrachten in je boek maken

Slide 2 - Slide

Opdracht 1
Welke letter hoort er bij het woord?

Slide 3 - Slide

de voorruit
A
d
B
g
C
f
D
b

Slide 4 - Quiz

de contactsleutel
A
b
B
c
C
d
D
e

Slide 5 - Quiz

de pook
A
g
B
a
C
d
D
e

Slide 6 - Quiz

het dashboard
A
g
B
a
C
b
D
c

Slide 7 - Quiz

Opdracht 2
Welk woord tussen de *sterren* hoort in de zin?
Voorbeeld: 
FC Twente heeft afgelopen zondag *gewonnen/verloren* van Feyenoord.

Slide 8 - Slide

Albert maakt een *dashboard/documentaire*
over Nederlandse zangers.
A
dashboard
B
documentaire

Slide 9 - Quiz

Hij twijfelt of hij Stan Stensen zal filmen. Albert
vindt dat iedereen Stan *overschat/onderschat*.
A
overschat
B
onderschat

Slide 10 - Quiz

Zijn vriend Bo zegt: 'Je kunt Stan niet
*negeren/hakkelen, hij is zo populair!'
A
negeren
B
hakkelen

Slide 11 - Quiz

Albert *hakt de knoop door/negeert hem*
en belt Stan.
A
hakt de knoop door
B
negeert hem

Slide 12 - Quiz

Stan is enthousiast en belooft Albert
*pook/exclusief* beeldmateriaal van zijn
huis en de kinderen.
A
pook
B
exclusief

Slide 13 - Quiz

Albert en zijn cameraploeg *negeren/manoeuvreren* voorzichtig
door het overvolle huis van Stan.
A
negeren
B
manoeuvreren

Slide 14 - Quiz

*Ontglipt/Hakkelend beantwoord Stan
de vragen. Albert baalt ervan dat hij voor
niets is gekomen.
A
Ontglipt
B
Hakkelend

Slide 15 - Quiz

Maar ineens begint Stan te zingen.
Het klinkt zo mooi, dat de microfoon
Albert bijna *ontglipt/negeert*.
A
ontglipt
B
negeert

Slide 16 - Quiz

Op de weg naar huis belt Albert Bo.
'Ik heb Stan *overschat/onderschat*.
Hij is echt geweldig!'
A
overschat
B
onderschat

Slide 17 - Quiz

Opdracht 3
open vraag

Slide 18 - Slide

Het dashboard, de pook en het contactsleuteltje zijn onderdelen van een auto. Benoem 3 of meer voertuigen met dezelfde onderdelen.

Slide 19 - Open question