Les 2 - spreekvaardigheid

Feit - mening - argument
1 / 39
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 39 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Feit - mening - argument

Slide 1 - Slide

Lesdoelen
  • Dilemma op dinsdag spelen
  • Je weet wat objectief en subjectief is
  • Je kunt je mening onderbouwen met argumenten
  • Je weet wat een drogredenen is en kunt deze herkennen en benoemen

Slide 2 - Slide

Deze les:
  • leerdoelen bespreken
  • feit, mening en argument
  • theorie
  •  fragment bespreken
  • zelfstandig werken
  • les afronden

Slide 3 - Slide

Leerdoelen bespreken
  • Ik kan mijn eigen mening formuleren.
  • Ik weet het verschil tussen feiten, meningen en argumenten.
  • Ik kan meningen herkennen en begrijpen.
  • Ik kan een argument formuleren.
  • Ik kan mijn eigen mening uitleggen met argumenten. 

Slide 4 - Slide

Feit

Slide 5 - Mind map

Mening

Slide 6 - Mind map

Argument

Slide 7 - Mind map

Zelfstandig werken
1) "Geloof is niet belangrijker dan kunst, sport, hobby, passie, of liefde beleven.'' (Tim Hofman)
2) Wat vind je van de actie # ik doe niet meer mee. Vind je het goed dat BN'ers met deze actie zijn begonnen?

Wat? --> noteer je eigen mening over deze onderwerp en onderbouw dit met twee argumenten.
Hoe? --> zelfstandig
Klaar? --> ga met je buurman/buurvrouw in gesprek over deze onderwerpen.

Slide 8 - Slide

Wat is het verschil tussen een mening en een argument?

Slide 9 - Open question

Slide 10 - Slide

Sprinkhanenplaag of oud vrouwtje
Sprinkhaan
Oud vrouwtje

Slide 11 - Poll

Slide 12 - Slide


kleding papier
dronken praten

Slide 13 - Poll

Welke

Slide 14 - Slide


anker
alles kwijt

Slide 15 - Poll

Slide 16 - Slide


hondenkap
jeuk

Slide 17 - Poll

Waarom?

Slide 18 - Slide

Waarom?

Slide 19 - Slide


mond open
aan een stuk door praten

Slide 20 - Poll

Slide 21 - Video

Wat vind je ervan en waarom?

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Video

Wat heeft de reclamemaker goed gedaan?

Slide 24 - Open question

Wat kan er beter?

Slide 25 - Open question

Wat betekent objectief?

Slide 26 - Mind map

Wat is de definitie van argument?

Slide 27 - Mind map

ARGUMENT

--> Een argument is een uitleg waarmee je een mening
        verdedigt. Dus waarom je een bepaalde mening hebt.

--> Je herkent een argument aan signaalwoorden als:

         want, namelijk, omdat, immers

--> sterke en zwakke argumenten




Voorbeeld van een argument:

Ik vind het goed dat jongeren kleedgeld krijgen (mening), want dan leren zij met geld omgaan (argument).

Slide 28 - Slide

Samengevat
Feiten: een feit kun je controleren.

Meningen: een mening is wat iemand van iets vindt.

Argument: reden waarom je een bepaalde mening hebt.

Slide 29 - Slide

Feit, mening of argument?

Nederlands is het leukste vak op school.
A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 30 - Quiz

Ik kan goed onderscheid maken tussen feiten en meningen.
😒🙁😐🙂😃

Slide 31 - Poll

Ik kan argumenten herkennen in een tekst.
😒🙁😐🙂😃

Slide 32 - Poll

Wat is een argument?
A
een argument is bewijsbaar
B
een argument is een reden waarom jij iets vindt

Slide 33 - Quiz

Staat hier een feit, mening of argument?

Omdat hij vreemde ideeën heeft.
A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 34 - Quiz

Welk deel is het argument en welk deel is de mening?
Bij één van de opdrachten zit een feit.
"Ik wil niet naar buiten, omdat het regent"

Argument: omdat t/m regent
Mening: ik t/m buiten

Slide 35 - Slide

Staat hier een feit, mening of argument?

Ik vind die appeltaart echt niet te vreten.
A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 36 - Quiz

Staat hier een feit, mening of argument?

Op 1 maart mogen de leerlingen weer naar school om fysiek les te volgen.
A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 37 - Quiz

timer
20:00

Slide 38 - Slide

FEITEN EN MENINGEN

Zoek in je leesboek een feit en een mening.

Aan welke woorden herken je een mening? 


 

Slide 39 - Slide