Aanpassingen bij dieren 4

Hengelvis, leeft in de diepzee
1 / 29
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

Hengelvis, leeft in de diepzee

Slide 1 - Slide

Andescondor: vleugelwijdte 3 meter

Slide 2 - Slide

rups, coccon lijkt op vogelpoep
bij gevaar ontploft deze mier.
Kan hij helaas maar 1 keer doen

Slide 3 - Slide

Doel van de les
Aan het einde van deze les kun je
  • verschillende aanpassingen bij dieren noemen aan hun omgeving

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

Hoe heeft de poolvos zich aangepast aan zijn omgeving?
A
kleur vacht valt niet op in de omgeving
B
hij kan heel erg goed sluipen
C
zachte vacht zorgt voor warmte
D
kleine oren daardoor minder verlies van warmte

Slide 7 - Quiz

Hoe raakt de woestijnvos zijn warmte kwijt?
A
doordat hij wit is
B
doordat hij hele grote oren heeft
C
door hard te rennen

Slide 8 - Quiz

Gestroomlijnd
kop,romp en staart gaan geleidelijk in elkaar over

Slide 9 - Slide

ademen door longen
ademen door kieuwen

Slide 10 - Slide

Huid met haartjes
huid met schubben en slijm

Slide 11 - Slide

stevige poten
zwaar skelet en stevige poten

Slide 12 - Slide

Dieren in water kunnen groot worden
worden door het water gedragen

Slide 13 - Slide

Hoe komt het dat dieren in het water zo ontzettend groot kunnen zijn?
A
ze hebben veel te eten
B
het water draagt hen
C
ze hebben hele grote botten

Slide 14 - Quiz

Hoe ademen vissen?
A
door longen
B
door kieuwen

Slide 15 - Quiz

Waarom hebben olifanten zulke stevige poten?
A
kunnen ze harder rennen
B
kunnen ze beter trappen
C
om hun zware skelet te kunnen dragen

Slide 16 - Quiz

Slide 17 - Video

Poten van zoogdieren
zoolganger

Slide 18 - Slide

teenganger
hoefgangers/topgangers

Slide 19 - Slide

Waar horen honden bij?
A
topgangers
B
teengangers
C
zoolgangers

Slide 20 - Quiz

Waar hoort een hert bij?
A
zoolgangers
B
teengangers
C
hoefgangers/topgangers

Slide 21 - Quiz

Poten vogels
op een tak kunnen staan

Slide 22 - Slide

poten met klauwen
om hard mee te kunnen lopen

Slide 23 - Slide

lopen in ondiep water
poten met zwemvliezen

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

kegelsnavel ( voor het eten van zaden)
pincetsnavel( om insecten uit de lucht te halen)

Slide 26 - Slide

haaksnavel ( om een prooi mee vast te pakken)
zeefsnavel ( om kleine diertjes en plantjes uit het water te halen)

Slide 27 - Slide

Priemsnavel ( om in ondiep water insecten te halen)

Slide 28 - Slide

Basisstof 4 lezen en de opdrachten maken

Slide 29 - Slide