4H thema 7 BS 1

Organismen
4 havo
Thema 7
Basisstof 1
1 / 21
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Organismen
4 havo
Thema 7
Basisstof 1

Slide 1 - Slide

Vandaag
Leerdoelen:
  • Je kunt beargumenteren wanneer je iets natuur noemt
  • Je kunt biotische en abiotische factoren binnen een ecosysteem benoemen
  • Je kunt de invloed van de belangrijkste abiotische factoren op organismen benoemen.

Programma:
  1. Wat is natuur?
  2. Organisatieniveaus van de ecologie
  3. Abiotische/biotische factoren
  4. Verspreidingsgebied vs. tolerantiegebied
  5. Zelf werken

Slide 2 - Slide

Wat is natuur?
Dat is voor iedereen anders. 

Van Dale woordenboek: 
Natuur = dat wat de mens om zich heen ziet als niet door hem gewijzigd.

Zou je nieuwe natuur kunnen creëren?

Slide 3 - Slide

Marker wadden
In 2016 is Natuurmonumenten gestart met de aanleg van een eilanden groep in het Markermeer om kwetsbare watervogels de ruimte te geven.


Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

1. Zijn de Marker wadden 'natuur' volgens Van Dale?
2. Wat vind je zelf van de Marker wadden? Is het 'natuur'? Waarom wel/niet?

Slide 6 - Open question

Ecologie
= Deel van de biologie dat onderzoek doet naar de relaties tussen organismen en hun milieu (omgeving).

Verschillende takken:
  • Dierecologie
  • Plantecologie
  • Aquatische ecologie

Verschillende relaties tussen organismen en hun omgeving ...

Slide 7 - Slide

Biotische en abiotische factoren
Alle omstandigheden die op een organisme invloed hebben = factoren

Biotische factoren 
= levende (en dode) factoren, zoals voedsel, soortgenoten en planten. 

Abiotische factoren 
= niet levende factoren, zoals het weer, 
de zon en aanwezigheid van water.

Slide 8 - Slide

Organisatieniveaus van de ecologie

Slide 9 - Slide

Noem ten minste drie abiotische factoren die mogelijk verschillen tussen een bos en heidegebied.

Slide 10 - Open question

Verspreidings-gebied
Het verspreidingsgebied (areaal) is het daadwerkelijke gebied op de kaart waar de soort voorkomt. Voorbeeld: verspreiding zandhagedis in Nederland.

Habitat = het leefgebied van een soort. De abiotische factoren bepalen of een gebied geschikt is als habitat.

Slide 11 - Slide

Tolerantie
= vermogen van een organisme om schommelingen in een abiotische factor te verdragen. 

Voorbeeld: hiernaast zie je de tolerantie van verschillende soorten vissen voor zuurstofgebrek. Het krijgen van zuurstof is bij deze vissen de beperkende factor (zonder kunnen ze niet leven).

Het tolerantiegebied is het gebied tussen de minimum en maximum waarde van een abiotische factor waarbij een soort kan leven. 

Slide 12 - Slide

Zelf werken 
Lezen
Thema 7 BS 1 (blz. 124 t/m 127)

Maken
Thema 7 BS 1 opdr. 1 t/m 4.  Ben je klaar? bekijk dan extra uitleg op www.biologiepagina en maak opdracht 7

Kun je:
  • beargumenteren wanneer je iets natuur noemt
  • biotische en abiotische factoren binnen een ecosysteem benoemen
  • de invloed van de belangrijkste abiotische factoren op organismen benoemen.

Slide 13 - Slide

Wat is geen biotische factor die invloed heeft op de reiger?
A
De temperatuur van het water dat koud aanvoelt
B
De vissen die als voedsel dienen
C
De grassen die het water schoonmaken
D
De bodemdiertjes die als voedsel voor de vissen dienen

Slide 14 - Quiz

Takjes om een nestje te bouwen zijn een
A
biotische factor
B
abiotische factor

Slide 15 - Quiz

Merels en mussen, die leven in hetzelfde bos, behoren tot dezelfde populatie.
A
juist
B
onjuist

Slide 16 - Quiz

Een weiland is een ...
A
Individu
B
Levensgemeenschap
C
Populatie
D
Ecosysteem

Slide 17 - Quiz

Welk niveau van ecologie zie je hier?
A
Ecosysteem
B
Levensgemeenschap
C
Populatie
D
Individu

Slide 18 - Quiz

Wat is ecologie?
A
Het deel van biologie dat de opbouw van organismen onderzoekt.
B
Het deel van biologie dat gaat over voortplanting.
C
Het deel van de biologie dat relaties tussen organismen en hun milieu onderzoekt.
D
Het deel van biologie dat gedrag onderzoekt

Slide 19 - Quiz

Door klimaatverandering warmt de zee op. Voor sommige organismen wordt de temperatuur op een bepaalde plek onaangenaam. Wat verandert er voor vissen?
A
Het tolerantiegebied verschuift
B
Het verspreidingsgebied verschuift

Slide 20 - Quiz

Huiswerk
Lezen afmaken
Thema 7 BS 1 blz. 124 t/m 128

Afmaken
Thema 7 BS 1 opdr. 1 t/m 6.  Wil je meer? Bekijk dan extra uitleg op www.biologiepagina en maak opdracht 7

Kun je:
  • beargumenteren wanneer je iets natuur noemt
  • biotische en abiotische factoren binnen een ecosysteem benoemen
  • de invloed van de belangrijkste abiotische factoren op organismen benoemen.

Slide 21 - Slide