2223 3HV week 35 les 1

Hoe groet je iemand aan het begin
van een gesprek in het Frans?   

Salut                                 Bonjour

Coucou
Bonjour 
1 / 20
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 20 slides, with text slides.

Items in this lesson

Hoe groet je iemand aan het begin
van een gesprek in het Frans?   

Salut                                 Bonjour

Coucou
Bonjour 

Slide 1 - Slide

Startactiviteit
Stel elkaar de volgende vragen in je groepje. 
Zorg dat iedereen aan het woord komt.

Comment tu t'appelles?
Je m'appelle ..................
Tu as quel âge?
J'ai ......... ans.
Tu habites où?
J'habite à la Haye

Slide 2 - Slide

Aan het eind van deze les:

  • Weet je wat je mee moet nemen naar de Franse les
  • Weet je wat je gaat doen in het B uur
  • Weet je hoe bewijs 1 eruit gaat zien
  • Weet je hoe je je FIP schrift mag gebruiken
  • Heb je geleerd over de passé composé (voltooide tijd)

Slide 3 - Slide

Bonjour! 

Bedenk één vraag waar je aan het einde van de les een antwoord op wil hebben.

Slide 4 - Slide

Wat neem ik mee naar de les?
FIP & aantekeningenschrift
laptop

Slide 5 - Slide

Planner + Bewijs 1

  • We bekijken de planner periode 1

  • We bekijken het Bewijs in Peppels - week 38

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Tekst

Slide 8 - Slide

https://apps.noordhoff.nl/se/content/theme/5fd3f0a3-df16-440f-98ef-99c64d252cff/contenthub
Tekst

Slide 9 - Slide

video grammaire de passé composé

Slide 10 - Slide

Passé composé 
-er   -ir   -re
Schrijf nu 3 rijstjes in je schrift met de volgende werkwoorden:
visiter                           choisir                      attendre

J'ai visité                   j'ai choisi               j'ai attendu
Tu as visité
Il/ elle/ on a...
nous avons ...
vous avez .....
ils/ elles ont .....

Slide 11 - Slide

Zoek de juiste vertalingen bij elkaar, schrijf op je blaadje of in je aantekeningenschrift
P. 106 in je boek 
je visite
j'ai visité
hij maakt/ doet
jullie praten
il fait
il a fait
ik bezoek 
wij hebben gehad
vous parlez 
vous avez parlé
wij hebben
hij heeft gemaakt
nous avons
nous avons eu
ik heb bezocht
jullie hebben gepraat

Slide 12 - Slide

Au travail!

- Ex. 2 p. 94
- Ex. 15 p. 106-107
- FIP- 5 woorden

Slide 13 - Slide

Check - out


Met welk gevoel verlaat je deze les?

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

B-uur/huiswerk
(af) Maken:
- Chapitre 3 Départ immédiat
Ex. 2 p. 94
Ex. 15 p. 106/107
- FIP (5 woorden per les)
Écouter
Ex. 4, 5a t/m c, 6, 7a p. 96-99
Lire  
Ex. 8, 9a+b, 10 p. 100-102
Phrases- clés et parler
Ex. 12a+b p. 104

Slide 16 - Slide

Proef 1
- Vocabulaire p. 124-125
- Phrases- clés p. 126
- Grammaire p. 127
- Gemaakte opdrachten

Slide 17 - Slide

Volgende week (36)
Leren: Grammaire p. 106/107
 le passé composé met avoir en  être
Begin met: 
Maken:
- Ex. 16a t/m e, 17, 18 p. 107-109
- FIP (5 woorden per les) 







Maak daarna: Regarder
Ex. 19, 20, 21 p. 112-113


Lire
 Ex. 22,23a t/m d, 25 p.114- 
Phrases- clés et parler
Ex. 26a+b p. 118
Leer vocabulaire p 124/125

 

Slide 18 - Slide

B-uur/huiswerk
Maken:
Écouter
Ex. 4, 5a t/m c, 6, 7a p. 96-99
Lire
Ex. 8, 9a+b, 10 p. 100-102
Phrases- clés et parler
Ex. 12a+b p. 104

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide