Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo b, k, gLeerjaar 1
This lesson contains 47 slides, with interactive quizzes, text slides and 6 videos.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
6.4 Klimaatgebieden en plantenzones
Slide 1 - Slide
Terugblik vorige les
Test jezelf..
Slide 2 - Slide
Weer:
klimaat:
Gemiddelde weer
Groot gebied
Klein gebied
Toestand in de lucht
lange periode
korte periode
Slide 3 - Drag question
Weer of klimaat?
Weer
Klimaat
Het waait nu heel hard en het regent in West-Terschelling.
Gisteren heeft het gesneeuwd en was het mistig.
In de toekomst wordt het hier misschien net zo warm als in Spanje.
Slide 4 - Drag question
Hoe heet de lijn die precies in het midden ligt tussen de noord- en zuidpool?
A
de evenaar
B
hoge breedte
C
lage breedte
D
de poolcirkel
Slide 5 - Quiz
Vul de woorden in op de juiste plaats.
Beneden in een dal is het dan boven op een berg, omdat de zon eerst verwarmt. De lucht krijgt dus warmte van . Hoe hoger je komt des te het wordt. De temperatuur daalt elke meter met graden.
warmer
kouder
het aardoppervlak
de top van de berg
8
6
1000
1500
boven
beneden
Slide 6 - Drag question
Noordelijk halfrond
noordpool
Evenaar
zuidpool
Zuidelijk
halfrond
Slide 7 - Drag question
Leerdoelen 6.4
Wat een klimaatgebied is
Deze les leer je...
Welke klimaatgebieden op de lage-, gematigde- en hoge breedte liggen
Waarom en welke verschillende plantenzones er zijn
Volgende les leer je...
Slide 8 - Slide
De 5 klimaatgebieden
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Video
De 5 klimaatgebieden
Droge klimaten
weinig neerslag
woestijnklimaat
steppeklimaat
Tropische klimaten
warm en veel neerslag
regenwoud klimaat
savanneklimaat
Landklimaten
warme zomers en koude winters
Zeeklimaten
zachte winters en koele zomers
Koude klimaten
vriest vaak
noordpool
zuidpool
hoog in de bergen
Slide 11 - Slide
Plaats de klimaatzones bij de juiste kleur.
Tropisch klimaat
Woestijnklimaat
Poolklimaat
Zeeklimaat
Landklimaat
Slide 12 - Drag question
Tropisch klimaat
Warm (altijd boven de 18 C)
Veel neerslag (soms periode van droogte)
Tropisch regenwoud
Tropisch regenwoud
Slide 13 - Slide
Woestijnklimaat
overdag warm, 's nachts koud
weinig tot geen neerslag
steppe en woestijn
nauwelijks plantengroei
Slide 14 - Slide
Zeeklimaat / gematigd klimaat
duidelijke seizoenen
hele jaar veel neerslag
koele zomers en zachte winters
loofbomen
Slide 15 - Slide
Landklimaat
hete zomers en koude winters
hele jaar neerslag
naaldbos
Slide 16 - Slide
Poolklimaat
het vriest hier het grootste deel van het jaar
toendra en ijs
Slide 17 - Slide
Huiswerk
Maken: opdr. 1 t/m 6 (blz. 72-74)
Leren: begrippen van 6.4 (blz. 80)
Slide 18 - Slide
Herhaling vorige les
Herhaling
vorige les
Slide 19 - Slide
Wat zijn klimaatgebieden?
A
Vijf grote gebieden op aarde waarin het weer op elkaar lijkt
B
Dat zijn gebieden waar het weer veel verandert in een jaar
C
Die bestaan niet
Slide 20 - Quiz
Temperatuur, neerslag, wind, bewolking en zonneschijn van een plaats op een dag of een uur.
Het weer in een groot gebied in een lange tijd
Grote gebieden waar het weer op elkaar lijkt.
Klimaat met zachte winters en koele zomers; er valt weinig neerslag.
Klimaat met warem zomes en koude winters.
Weer
Klimaat
Klimaatgebieden
Zeeklimaat
Landklimaat
Slide 21 - Drag question
Welke klimaten behoren tot de tropische klimaten?
A
Tropisch regenklimaat
B
Steppeklimaat
C
Savanneklimaat
D
Woestijnklimaat
Slide 22 - Quiz
Wat is de overeenkomst tussen een woestijnklimaat en een poolklimaat?
A
Beide klimaten komen alleen op het noordelijk halfrond voor.
B
Beide klimaten komen alleen op het zuidelijk halfrond voor.
C
In beide klimaten leven geen dieren.
D
In beide klimaten groeien bijna of geen planten.
Slide 23 - Quiz
Wat hoort er bij een zeeklimaat?
(meerdere antwoorden mogelijk)
A
Hele jaar neerslag
B
Loofbomen
C
Duidelijke seizoenen
D
Strenge, koude, winters
Slide 24 - Quiz
Lange, koude winters en koele zomers. Het hele jaar valt er neerslag, meestal sneeuw. Er groeien kleine stukjes gras en mossen.
A
Landklimaat
B
Woestijnklimaat
C
Poolklimaat
D
Zeeklimaat
Slide 25 - Quiz
Sleep de klimaatgrafiek naar de juiste klimaat.
poolklimaat
gematigd zeeklimaat
tropisch klimaat
droog klimaat
Slide 26 - Drag question
Leerdoelen 6.4
Deze les leer je...
Waarom en welke verschillende plantenzones er zijn.
Slide 27 - Slide
Verschillende landschap/ plantenzones
- Toendra en ijs
- Naaldbos
- Loofbos
- Woestijn/steppe
- Tropisch regenwoud
Slide 28 - Slide
Lage breedte
Gebied rond de evenaar.
Tropisch klimaat: op en rond de evenaar, veel regen en altijd warm
Woestijngebied: Ten zuiden en ten noorden van het tropisch klimaat is het warm en droog.
Slide 29 - Slide
Tropisch klimaat
Geschiktheid voor landbouw
Zeer geschikt voor landbouw vanwege de vele regenval.
Slide 30 - Slide
Slide 31 - Video
Slide 32 - Video
Gematigde breedte
Gebied tussen hoge en lage breedte --> niet extreem warm en niet extreem koud.
Zeeklimaat: zachte winters & koele zomers
Land klimaat: strenge winters & hete zomers
Slide 33 - Slide
Slide 34 - Video
Hoge breedte
Gebieden rond de noordpool en zuidpool.
Poolklimaat: een gebied op hoge breedte bij de polen.
Kenmerken: het vriest er altijd en er valt sneeuw
Hooggebergte: daar vind je ook het poolklimaat
Slide 35 - Slide
Slide 36 - Video
Slide 37 - Video
Tropisch regenwoud Savanne Steppe Woestijn
Landschapzones vanaf de evenaar richting de polen
Slide 38 - Slide
Landschapzones van gematigde streken naar de polen
Loofbos Taiga/naaldbos Toendra Sneeuw/ijs
Slide 39 - Slide
Slide 40 - Slide
Welke landschapszone is dit?
Slide 41 - Open question
Welke landschapszone is dit?
Slide 42 - Open question
Op welke breedte komen tropische regenwouden voor?