What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
p4 - lesweek 1 - Kapitel 4 Sport
Kapitel 4
1 / 31
next
Slide 1:
Slide
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
This lesson contains
31 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
45 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Kapitel 4
Slide 1 - Slide
Die Planung
die erste Unterrichtsstunde
Sport treiben
Präpositionen
(wat zijn dat?)
An die Arbeit
die zweite Unterrichtsstunde
*Toets bespreken (groep op school?)
Personalpronomen
Sprich mal!
die zweite Unterrichtsstunde
*Toets bespreken (groep op school?)
Kennst du diese Wörter?
Frage-Runde!
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Treibst du Sport?
Treibst du Sport?
Welchen Sport treibst du?
Wie oft trainierst du?
Seit wann spielst du .... ?
Wie findest du
reiten?
Slide 4 - Slide
Gib Antwort auf die
Fragen:
Welchen
Sport treibst du?
Wie oft trainierst du?
Seit wann spielst du .... ?
Wie findest du
reiten
?
Slide 5 - Open question
Belangrijke verschillen tussen de der-groep en de ein-groep?
Zorg er dus voor dat je weet welke woorden bij de ein-groep horen en welke woorden bij de der-groep horen.
Verschil der- en ein-Gruppe:
Slide 6 - Slide
Plaats de woorden bij de juiste groep.
Verplaats deze kaarten naar de juiste categorie (8)
der-groep
ein-groep
dieser
euer
welche
manche
unseren
keine
solche
deinem
Slide 7 - Drag question
Naamvallen?
Slide 8 - Slide
Voorzetsels met de 4e naamval
G
=gegen
O
= ohne
U
=um
D
=durch
F
=für
Zie je dat woord staan? Dan is het voorzetsel + wat erachter staat > vierde naamval
Slide 9 - Slide
Wat is ''om'' in de 4e naamval?
A
mir
B
om
C
um
D
am
Slide 10 - Quiz
Wat is ''tegen'' in de 4e naamval?
A
gugen
B
tegen
C
gogen
D
gegen
Slide 11 - Quiz
Voorzetsels 4e naamval
Welke hoort er niet bij?
A
für
B
von
C
um
D
durch
Slide 12 - Quiz
Meine Mutter macht sich Sorgen um d... Spiel (o) am Samstag.
A
das
B
dem
Slide 13 - Quiz
Übersetze:
door mijn ouders
A
durch meine Eltern
B
durch meinen Eltern
C
durch mein Eltern
Slide 14 - Quiz
Übersetze:
zonder mijn tas
A
ohne meinen Tasche
B
ohne meine Tasche
C
ohne meiner Taschen
Slide 15 - Quiz
Ik ken minimaal 3 voorzetsels die ALTIJD de 4e naamval hebben.
😒
🙁
😐
🙂
😃
Slide 16 - Poll
!!! An die Arbeit !!!
Was?
Aufgabe 10, 11, 12
von Lektion 1 Kapitel 4
timer
10:00
Slide 17 - Slide
Kapitel 4
Slide 18 - Slide
Die Planung
die erste Unterrichtsstunde
Sport treiben
Präpositionen
(wat zijn dat?)
An die Arbeit
die zweite Unterrichtsstunde
*Toets bespreken (groep op school?)
Personalpronomen
Sprich mal!
die zweite Unterrichtsstunde
*Toets bespreken (groep op school?)
Kennst du diese Wörter?
Frage-Runde!
Slide 19 - Slide
Für d.... Verein (m) von ihrer Freundin ist dieses Spiel sehr wichtig.
Slide 20 - Open question
Kannst du eine Lösung (voor dit) ... ... Problem (o) finden?
Slide 21 - Open question
Durch (door)
für (voor)
gegen (tegen)
ohne (zonder)
um (om)
Voorzetsels: 4e naamval
NL
DU
mij
mich
jou
dich
hem
ihn
haar
sie
het
es
ons
uns
jullie
euch
hen
sie
u
S
ie
Slide 22 - Slide
Persoonlijk voornaamwoord 4e naamval
Wat betekent 'voor hem' in het Duits?
A
für ihn
B
um dich
C
ohne Sie
D
für sie
Slide 23 - Quiz
Persoonlijk voornaamwoord 4e naamval
Wat betekent 'tegen u' in het Duits?
A
gegen sie
B
gegen Sie
C
gegen mich
D
gegen ihn
Slide 24 - Quiz
Persoonlijk voornaamwoord 4e naamval
Wat betekent 'om jullie' in het Duits?
A
für dich
B
um euch
C
ohne mich
D
ohne ihn
Slide 25 - Quiz
Persoonlijk voornaamwoord 4e naamval
Wat betekent 'zonder jou' in het Duits?
A
für dich
B
um dich
C
ohne dich
D
ohne ihn
Slide 26 - Quiz
Persoonlijk voornaamwoord 4e naamval
Wat is 'om jullie' in het Duits?
A
für dich
B
um euch
C
ohne mich
D
ohne ihn
Slide 27 - Quiz
Ik ken de persoonlijke voornaamwoorden in de 4e naamval.
😒
🙁
😐
🙂
😃
Slide 28 - Poll
!!! An die Arbeit !!!
Was?
Grammatik-Aufgaben von Lektion 1+2 Kapitel 4
Slide 29 - Slide
Hier heb ik nog een vraag over:
(geen vraag, noteer dan: -)
Slide 30 - Open question
Hausaufgaben
:
Nächstes Mal:
Am Montag, dem 19. April 2021: Lektion 1 + Lektion 2 fertig
Nächste Woche:
Formatieve Toets 1 Kapitel 4
- Alle Wörter D-NL
- Wörter Lektion 6 NL-D
- Voorzetsels + persoonlijk voornaamwoord in de 4e naamval
Slide 31 - Slide
More lessons like this
A2: W.22: Lektion 2
June 2021
- Lesson with
21 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
A2: W.20: Kapitel 4 wiederholen
May 2021
- Lesson with
16 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
A2: W.20: Kapitel 4 wiederholen
May 2021
- Lesson with
14 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
vwo 3 - W20 - Kapitel 4 - e/i-wissel
May 2022
- Lesson with
15 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2,3
A2: W.17: Lektion 5
April 2021
- Lesson with
16 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
H2: W.20: Lektion 5 GR. E tijdsbepalingen
May 2021
- Lesson with
16 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
2024_week15_2mh_les1_voorzetsels 4e naamval + persoonlijke vn 1e en 4e nv
April 2024
- Lesson with
17 slides
Duits
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1
A2: W.22: Lektion 2
June 2021
- Lesson with
19 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2