This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 40 min
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Primair inkomen is
A
besteedbaar inkomen
B
inkomen na belastingaftrek
C
inkomen wat je haalt uit productiefactoren
D
loon, rente, pacht, huur, winst en uitkering
Slide 4 - Quiz
In de economische kringloop krijgen de gezinnen geld binnen dit geef je aan met?
A
Y
B
I
C
E
D
M
Slide 5 - Quiz
In de economische kringloop geven gezinnen geld uit aan:
A
Consumptie, belasting en sparen
B
Consumptie en belasting
C
Consumptie, sparen en investeren
D
Consumptie, export en import
Slide 6 - Quiz
B
C
E
Bedrijven
Overheid
Gezinnen
Slide 7 - Drag question
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Slide
www.nu.nl
Slide 16 - Link
Vakbond FNV zet tijdens het komende cao-seizoen in op een loonsverhoging van 7 procent, een minimumloon van 16 euro, een vierdaagse werkweek van 32 uur en meer vaste contracten. Werkgevers reageren verbolgen op de eisen. Leg uit hoe ze op deze eis zijn gekomen.
Boufangacha zegt dat de scheefgroei in Nederland is toegenomen. "Dat komt doordat de winsten en daarmee de inkomens voor aandeelhouders harder zijn gestegen dan de lonen. Welk economische getal / % is er dus gedaald?
Slide 18 - Open question
Slide 19 - Slide
Hoeveel % van het inkomen (BBP) gaat naar de productiefactor Arbeid
A
0-25%
B
26-50%
C
51-75%
D
75-100%
Slide 20 - Quiz
Slide 21 - Slide
Slide 22 - Slide
dalende aiq...
stijgende aiq...
dalende aiq...
stijgende aiq...
…kan leiden tot een daling werkgelegenheid
…kan het gevolg zijn van een toename in arbeidsproductiviteit
… kan duiden op een verslechtering investeringsklimaat
…kan duiden op een toename van de inkomensongelijkheid
Slide 23 - Drag question
Slide 24 - Slide
loonquote
winstquote
aiq
loonquote overheid
Slide 25 - Drag question
Slide 26 - Slide
Slide 27 - Slide
Slide 28 - Slide
Slide 29 - Slide
Slide 30 - Slide
Als je de productiefunctie voor en na innovatie met elkaar vergelijkt, welke conclusie kun je dan trekken?