Signaleringsplan MZ

Crisissituaties + signaleringsplan
1 / 25
next
Slide 1: Slide
WelzijnMBOStudiejaar 2

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Crisissituaties + signaleringsplan

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Wat versta jij onder crisissituaties? Noem een voorbeeld

Slide 2 - Open question

This item has no instructions

Crisissituaties 
Letterlijke betekenis: kritieke situatie; keerpunt;
Een crisissituatie is een noodsituatie 

Beslissend keerpunt; periode van ernstige stoornis waarbij het functioneren van een stelsel (van welke aard dan ook) ernstig verstoord raakt.

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Persoonlijke crisis

Organisatiecrisis
Is een plotselinge onverwachte noodsituatie die gevaar oplevert voor medewerkers, cliënten en/of de organisatie.

Is een ernstige plotselinge verstoring van het dagelijkse leven als gevolg van een emotioneel ingrijpende gebeurtenis.

Slide 4 - Drag question

This item has no instructions

Voorbeelden van het ontstaan van een crisis 
Gedragsproblemen door een client;
Somatische klachten (lichamelijke klachten);
Grensoverschrijdend gedrag (niet alleen door cliënten, maar ook door collega’s);
Calamiteiten; denk aan brand, een ongeluk, wegloper.

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Omgaan met crisissituaties
Als je als beroepskracht MZ aan de slag gaat, is je werk niet altijd voorspelbaar.

 
In crisissituaties is het belangrijk op de juiste manier te handelen.
De veiligheid van de cliënt, de groep, jezelf én collega’s moet voorop staan.
Je moet zó handelen dat je verdere escalatie (verergering) voorkomt.

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Het signaleringsplan
Komt van oorsprong uit de psychiatrie, om psychoses vroegtijdig te zien aankomen en evt. te kunnen voorkomen


Waarom?
  • Medewerker: Iedereen gebruikt dezelfde woorden voor hetzelfde gedrag, zonder eigen invulling
  • Medewerker: Helpt om terug te kijken naar het eigen handelen
  • Medewerker en cliënt: Hulpmiddel om in gesprek te komen
  • Cliënt: Inzicht krijgen in eigen gedrag

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Van crisis tot trauma
Een psychotrauma is de heftige psychische en lichamelijke reactie na een ingrijpende gebeurtenis

Een ingrijpende gebeurtenis veroorzaakt niet bij iedereen een trauma
Kenmerken:
Veelvuldig herbeleven;
Vermijdingsacties;
Verhoogde waakzaamheid.


Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Oorzaken van trauma
Het persoonlijk evenwicht tussen draagkracht en draaglast;
De eigen persoonlijkheid;
De mogelijkheid tot sociale steun;
Eventueel aanwezige ziekten en stoornissen;
Het gebruik van drugs, geneesmiddelen, alcohol;
Het persoonlijke levensgeschiedenis/eerdere trauma’s

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Draaglast en Draagkracht
In je leven krijg je te maken met veranderingen. Kleine en grote veranderingen.
Ziekhuisopname, ziek worden, gehandicapt raken, een nieuwe school, een verhuizing.
Dit zijn allemaal spanningsbronnen, net zo goed als meer vaststaande ‘belastende”
zaken iemand Draaglast vormen. Denk daarbij ook aan geldzorgen, persoonlijke problemen, studie,- werklast, slechte relatie etc.
Draagkracht: wordt bepaald door iemands mogelijkheden om stress te voorkomen en om te gaan met veranderingen en in het leven. Draagkracht is sterk afhankelijk door je persoonlijkheid. Evenwicht tussen draaglast en draagkracht zorgt voor goed functioneren

Als de draaglast groter is dan de draagkracht, ontstaat er stress en moeten mensen meer moeite doen om zich staande te houden.


Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Balansmodel 

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Signaleringsplan 
In een signaleringsplan maak je kort gezegd dus een koppeling tussen :
WAT ZIE JE AAN CONCREET GEDRAG, 
Wat de BETEKENIS is van dit gedrag en 
WAT DOE JE vervolgens 

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Waar is het voor

Signaleren: constateren van bepaald gedrag
signaleringsplan : een hulpmiddel om dreigende terugval te voorkomen. 

Een crisissituatie te herkennen en voorkomen 

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Objectief observeren

  • Al het gedrag wat we kunnen waarnemen

"Cliënt gaat bij de andere cliënten aan tafel zitten"
"Cliënt moet huilen, wordt emotioneel"

Subjectief observeren

  • Is vaak vaag
  • Niet waar te nemen

"Cliënt bemoeit zich met anderen"
"Cliënt is verdrietig"

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Spanning opbouw
Door: karakter, leeftijd, lichamelijke gesteldheid, 

Omgeving: saai, interessant, heftigheid in prikkels, veiligheid, 

Verder: epilepsie, niet kunnen uitdrukken, onvoldoende nachtrust, veel wisseling in begeleiding 

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Diverse signaleringsplannen 
1: stoplicht model
2: fase model
3: Waaiermodel (visualiseren van de prikkelbalans)
4: terugvalpreventieplan 

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Inhoud signaleringsplan 
Fase 0 (groen) : de situatie is normaal/ stabiel (evenwicht)
Fase 1 (oranje): het voorteken is licht tot matig aanwezig (dreigende crisis)
Fase 2 (rood): het voorteken is in ernstige mate aanwezig (decompensatie)

Onderscheidt tussen:
- gedrag (wat laat cliënt zien)
- interventie (wat doet de begeleider) 

Slide 19 - Slide

Belangrijk dat je gaat observeren

Fase model
Begin bij fase 0--> in deze fase kan de cliënt optimaal beleven, leren en meedoen. 

Invullen model:
door te observeren, van gezicht, uitdrukkingen, lichaamshouding, communicatie, interactie. 

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Voorbeeld van een signaleringsplan

Slide 23 - Slide

FASE 1: CODE / OMSCHRIJVING Groen
WAT MERK IK ZELF? - ik voel me goed - ik ben vrolijk - ik heb muziek in mijn hoofd
WAT MERKEN DE MENSEN OM MIJ HEEN? - ik fluit of neurie
WAT DOE IK ZELF? - ik besef me dat het goed met me gaat
WAT KUNNEN ANDEREN DOEN? - benoem wat je ziet en label dit positief - spreek
waardering uit
FASE 3: CODE / OMSCHRIJVING Oranje
WAT MERK IK ZELF? - ik ben prikkelbaar en snel op mijn teentjes getrapt - ik kan slecht
tegen drukte om mij heen - ik heb muziek in mijn hoofd
WAT MERKEN DE MENSEN OM MIJ HEEN? - stemming is neerslachtig - ik wil mijn
medicatie niet innemen
WAT DOE IK ZELF? - situaties vermijden waarin de muziek hard staat
WAT KUNNEN ANDEREN DOEN? - Gesprek aangaan, bezorgdheid benoemen
FASE 4: CODE / OMSCHRIJVING Rood
WAT MERK IK ZELF? - ik ben achterdochtig en hoor stemmen - ik slaap slecht
WAT MERKEN DE MENSEN OM MIJ HEEN? - ik spreek luid en ben verbaal agressief - ik
trek me vaak terug op mijn kamer
WAT DOE IK ZELF? - rust opzoeken
WAT KUNNEN ANDEREN DOEN? - Zorgen dat ik weinig contact heb met anderen -
controleer mijn medicatieinname en geef me eventueel slaapmedicatie
CONTACTPERSOON > Pleegmoeder > Zus
ZORGVERLENER > Casemanager > Regieverpleegkundige 
Stappen bij de-escalerend werken​

  1. Maak contact
  2. Grenzen stellen
  3. Consequenties aangeven.​​
  4. Zoek opnieuw toenadering met zorgvrager of beëindig het gesprek





Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Bespreken Meetmoment
meetmoment 3 met elkaar doornemen!

Slide 25 - Slide

This item has no instructions