Een waterput voorziet het dorp van water.
Een volle emmer heeft een massa van 10,2 kg. Voor het ophijsen is een spankracht van 100 N nodig want:
FZ = m ⋅ g = 10,2 kg ⋅ 9,8 N/kg = 100 N
De emmer moet in totaal 8,00 m omhoog gehesen worden. De arbeid die Mariekes spierkracht moet verrichten is:
W = F ⋅ s = 100 N⋅ 8,00 m = 800 J