leerstijlen

Opdracht
Lees de lijst met kwaliteiten.
Omcirkel de kwaliteiten die bij jou horen.
Kies er vijf uit die het meest bij jou passen. Schrijf ook op waarom.

1 / 16
next
Slide 1: Slide
Pedagogisch werkMBOStudiejaar 1

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 7 min

Items in this lesson

Opdracht
Lees de lijst met kwaliteiten.
Omcirkel de kwaliteiten die bij jou horen.
Kies er vijf uit die het meest bij jou passen. Schrijf ook op waarom.

Slide 1 - Slide

0

Slide 2 - Video

Wie is volgens jou iemand die heel veel talent heeft? Maak een foto.

Slide 3 - Open question

Waar zou je goed in willen zijn?

Slide 4 - Open question

Waar ben je goed in?

Slide 5 - Open question

Lesopdracht: verbeeld je talent
Je gaat de komende 10 minuten in beeld brengen waar jouw talenten liggen. Zoek 5 afbeeldingen waarin jij je sterke punten en talenten herkent. Deze 5 afbeeldingen zet je samen in één document (bijvoorbeeld powerpoint). Na 10 minuten presenteer je dit in 1 minuut in een groepje aan je klasgenoten. 

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Wie Wat Waarom David Kolb
  • Amerikaanse psycholoog die een model ontwikkeld heeft over de verschillende manieren om iets (aan) te leren.
  • Iedereen heeft zijn eigen voorkeur  hoe hij/zij iets wil leren! 
  • Als je weet hoe en wat je nodig hebt om te leren, zal het leren je gemakkelijker afgaan. 

Slide 8 - Slide

Leerstijlen van Kolb
  • Iedereen leert dus op een eigen manier en pakt een situatie op een eigen manier op. 
  • Er zijn 4 fasen in de aanpak van een situatie. 
  • Je doorloopt ze allemaal maar soms in een andere volgorde.

Slide 9 - Slide

Welke leerstijl 
heb jij?
  • Ga naar: www.123test.nl/leerstijl/

  • Geef antwoord op de vragen en ontdek welke leerstijl jij hebt.


Slide 10 - Slide

Slide 11 - Link

Welke leerstijl heb jij volgens de test ?
A
Doener
B
Bezinner/dromer
C
Denker
D
Beslisser

Slide 12 - Quiz

Doener
  • Wil ervaring opdoen
  • Experimenteren
  • Snel in actie
  • Ongeduldig als het niet gaat
  • Zonder nadenken iets doen
  • Moeite hoofd- en bijzaken scheiden
  • Blij van: uitproberen, contact met anderen,

Slide 13 - Slide

Dromer
  • Kijkt hoe anderen het doen
  • Eerst denken, dan doen
  • Voorzichtig en weinig risico
  • Vaak twijfelen
  • Probleem vanuit veel kanten bekijken
  • Zien meerdere oplossingen maar tijd nodig
  • Eerst mensen leren kennen

Slide 14 - Slide

Denker
  • Houdt van logica en redeneren
  • Wil weten waarom iets zo is
  • Leggen verband met iets dat ze kennen
  • Gestructureerd werken
  • Vraagt niet snel om hulp
  • Ideeën zijn niet altijd uitvoerbaar
  • Stelt graag vragen
  • Zelfstandig

Slide 15 - Slide

Beslisser
  • Hakt knopen door
  • Wil graag oplossingen en minder theorie
  • Leert van praktijkopdrachten
  • Taken uitvoeren onder begeleiding
  • Stappenplan
  • Richt zich graag op taken

Slide 16 - Slide