2H week 38 les 2 (18. Sept)

2H week 37 les 2 (18. September)
Willkommen! 
Heute
Uitleg 4e naamval (H)
Oefenen met de 4e naamval
Spiel: entweder.... oder? :-) 

1 / 12
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

2H week 37 les 2 (18. September)
Willkommen! 
Heute
Uitleg 4e naamval (H)
Oefenen met de 4e naamval
Spiel: entweder.... oder? :-) 

Slide 1 - Slide

4e naamval (H)
De vierde naamval is het lijdend voorwerp in een zin.
Deze kan gevonden in een zin door te vragen: ‘wie/wat + persoonsvorm + onderwerp’. Bijvoorbeeld:
NL: De vrouw koopt een boek. -> Wat koopt de vrouw? Een boek = Lijdend voorwerp
DU: Die Frau kauft ein Buch.
Ook wordt het gebruikt na bepaalde vaste voorzetsels, namelijk:
bis (tot), durch (door), für (voor), gegen (tegen), ohne (zonder), um (om)


Slide 2 - Slide

4e naamval (H)

Slide 3 - Slide

Der-Gruppe
Der-Gruppe (schema A)

Slide 4 - Slide

Ein-Gruppe (schema B)

Slide 5 - Slide

Welke van deze voorzetsels behoren niet tot de voorzetsels 4e naamval?
A
von
B
durch
C
mit
D
gegen

Slide 6 - Quiz

voor mij
zonder hem
door jullie
om jou
um dich
ohne ihn
für mich
durch euch

Slide 7 - Drag question

Vertaal: door
A
ohne
B
um
C
für
D
durch

Slide 8 - Quiz

Vertaal: voor jou
A
für mich
B
ohne mich
C
für dich
D
gegen dich

Slide 9 - Quiz

Welke voorzetsels hebben de 4e naamval?

Slide 10 - Open question

Hausaufgaben
Machen: 
 Lektion 4.1: Übung 10 bis zum 12
Klaar? Maak ook 7 t/m 9
(Huiswerk voor dinsdag 24 september)

Fragen? Fragen! :-) 

Slide 11 - Slide

Bis Morgen! 

Slide 12 - Slide