Tijdvak 7: Franse Revolutie

Franse Revolutie
Tijdvak 7: tijd van pruiken en revoluties
1 / 12
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo, mavoLeerjaar 2

This lesson contains 12 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Franse Revolutie
Tijdvak 7: tijd van pruiken en revoluties

Slide 1 - Slide

Waar?
  • Frankrijk.

Slide 2 - Slide

Situatie vóór 1789
  • Frankrijk was een standenmaatschappij.
  • Alleen de derde stand hoefde belasting te betalen.
  • De boeren (derde stand) leefden in armoede.
  • Het leven van de adel (tweede stand) was het tegenovergestelde.  <- geen belasting, voedsel in overvloed, rijkdom.

Slide 3 - Slide

Situatie vóór 1789
  • Lodewijk XVI was een absoluut vorst.
  • Lodewijk XVI gaf veel geld uit aan oorlogen en feesten.
  • Frankijk had bijna geen geld meer.

Slide 4 - Slide

20 juni 1789 - Eed op de kaatsbaan

Slide 5 - Slide

Wat wilden de mensen van de derde stand?
  • Vrijheid;
  • Gelijkheid;
  • Broederschap.

-> Grondwet.

Slide 6 - Slide

14 juli 1789 - Bestorming Bastille

Slide 7 - Slide

Grondwet
  •  In 1791 werd Frankrijk een constitutionele monarchie. <- land met een koning en grondwet.
  • Lodewijk XVI moest zich net als de burgers ook aan de grondwet houden.

Slide 8 - Slide

1793
  • Lodewijk XVI werd ter dood veroordeeld.
  • Frankrijk werd een republiek <- land zonder koning.

Slide 9 - Slide

Jaartallen op een rij
  • 14 juli 1789: Begin van de Franse Revolutie, bestorming van de Bastille
  • 1791: Frankrijk kreeg een grondwet en werd een constitutionele monarchie
  • 1792: Verkiezingen met algemeen kiesrecht
  • 21 januari 1793: Onthoofding koning Lodewijk XVI
  • 1799: Napoleon kroonde zichzelf tot keizer

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

Lesdoel
  •  Ik kan vertellen wie Lodewijk XVI was en in welke tijd hij leefde. 
  •  Ik kan uitleggen wat absolutisme is. 
  •  Ik kan uitleggen wat een standenmaatschappij is. (herhaling klas 1)  
  •  Ik kan een tijdlijn van de Franse Revolutie maken en daarbij de meest belangrijke gebeurtenissen noemen. 

Op welke manier bereik ik dit doel?
  • Door het maken van de tijdlijn. (Zie stencil).
  • Let op: deze opdracht hoeft vandaag niet af. We werken hier twee lessen aan.

Slide 12 - Slide