5 zuilen

5 zuilen
1 / 32
next
Slide 1: Slide
GodsdienstMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes, text slides and 6 videos.

Items in this lesson

5 zuilen

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
  1. Samenhang van theorie en praktijk binnen de Islam.
  2. De 5 zuilen als riten waarin geloof en praktijk samenkomen.


Slide 2 - Slide

De eerste kalief heet
A
Hassan
B
Hoessein
C
Mohammed
D
Aboe Bakhr

Slide 3 - Quiz

De tweede kalief staat bekend om zijn
A
barmhartigheid
B
wreedheid
C
tolerantie
D
vermogen

Slide 4 - Quiz

De twee hoofdstromingen in de islam zijn
A
Soennieten en sjiieten
B
Soennieten en wahabieten
C
Sjiieten en wahabieten
D
Soennieten en Jebusieten

Slide 5 - Quiz

Slide 6 - Video

1. Shahada
Er is geen god dan allah en Mohammed is zijn profeet.

Niet in Allah geloven, Allah afwijzen of mensen van " de weg van Allah" afhouden is de grootste misdaad die iemand kan begaan.  

Slide 7 - Slide

2. Salaat
  •  Verplicht vijf keer per dag.
  •  Volgens een Hadith door Allah aan Mohammed gegeven      tijdens de nachtreis.  
  •  Voorbereiding: ritueel wassen ( woedoe) 

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

Controle
  • Twee engelen
  • 1 voor goede daden
  • 1 voor slechte daden
  • Geen genade
  • Dag der opstanding



u1
voor goede daden


u1
voor slechte daden


uGeen
genade


uDag
der opstanding


u


Slide 10 - Slide

Slide 11 - Link

Pak je boek op blz. 35


Lees paragraaf 4


Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video

De tasbih

  • Is een hulpmiddel bij uitspreken van de 99 namen van God.
  •  Wordt vaak gemaakt uit hout.
  •  Bestaat  uit 33 of 99 kralen.
  • Waarschijnlijk overgenomen van de boeddhisme mala .


Slide 14 - Slide

3. zakaat
  • Reinigen van de ziel  en moslims in nood te helpen.
  •  Niet meer vrijwillig, minimaal 2.5% van het inkomen.
  • Doel:  niet gierig te zijn en het verschil tussen arm en rijk blijft relatief klein.

Slide 15 - Slide

Het geld is voor
  • armen 
  • nieuwe bekeerlingen
  • slaven die geld nodig hebben om zichzelf vrij te kopen
  • Moslims die schulden hebben
  • vrijwilligers en strijders voor het geloof

Slide 16 - Slide

4. Saum
  • Ramadan is de belangrijkste vastenperiode 
  •  Valt in  de negende maand van de Islamitische kalender.  
  • Vanaf zonsopgang tot zonsondergang mag men niet eten, drinken, kwaadspreken, roken en geslachtsgemeenschap hebben. 

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Video

Suikerfeest
  • Het kleine feest.
  • Het einde van de vastenperiode.
  • Men brengt een bezoek aan de moskee.
  • Dag staat in teken van familiebezoek.

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Video

5. Hadj
  •  Verplichting voor iedere gezonde volwassen moslim 
  • Hadji, moslim die een hadj gedaan heeft.
  • Naast de Hadj bestaat er ook nog de Umrah (de kleine bedevaart) . 

Slide 21 - Slide


 Rituele steniging van de duivel plaats in Mina. 

 Moslims lopen zeven rondjes om de Ka'aba.

In de Ka'aba ligt een heilige steen die volgens de koran is neergelegd door Mohammed.


Slide 22 - Slide

Slide 23 - Link

Offerfeest
  • Het grote feest.
  • Eén van de laatste rituelen van de hadj.
  • Het vlees van de geofferde kamelen, runderen, schapen en geiten wordt grotendeels uitgedeeld aan behoeftigen. Tegenwoordig wordt het vlees ook ingevroren en geëxporteerd naar gebieden waar hongersnood heerst.

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Video

wat is een ander woord voor geloofsbelijdenis?
A
salat
B
shahada
C
ramadan
D
zakaat

Slide 26 - Quiz

Welke regel hoort niet bij de 5 zuilen van de islam?
A
rituele gebeden
B
geven van aalmoezen
C
vasten
D
chanoeka vieren

Slide 27 - Quiz

Hoe heet de plek waar moslims bidden?
A
kerk
B
moskee
C
synagoge
D
tempel

Slide 28 - Quiz

hoe noem je de 5 regels van de islam?
A
de 5 plakkaten
B
de 5 regels van Mohammed
C
de 5 geboden
D
de 5 zuilen

Slide 29 - Quiz

Wat gebeurt er tijdens de geloofsbelijdenis?
A
De bekeerling spreekt de shahada uit
B
De moslim spreekt de azan uit
C
De paus zingt een volkslied
D
De atheist spreekt de Shahada uit

Slide 30 - Quiz

Wanneer is de ramadan?
A
Wanneer wij Sinterklaas vieren
B
In de 9e maand van de islamitische kalender
C
Tijdens de periode van carnaval
D
23 mei tot 18 augustus

Slide 31 - Quiz

Waar bidden moslims op?
A
een kleed
B
de tafel
C
een stoel
D
de grond

Slide 32 - Quiz