4bk taalverzorging 3, H1.

Socialiseren
- spullen klaarleggen, 
laptop (dicht), schrift, leesboek en pen
- mobiel weg/ in de koffer
timer
5:00
1 / 27
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Socialiseren
- spullen klaarleggen, 
laptop (dicht), schrift, leesboek en pen
- mobiel weg/ in de koffer
timer
5:00

Slide 1 - Slide

(huis)werk
H1 Taalverzorging (hoofdletters en leestekens) opdracht 1 t/m 5

Klaar?
- Lezen
- Trainer (lezen of taalverzorging)
timer
20:00

Slide 2 - Slide

zth 4K taalverzorging deel 3
Formuleren

Slide 3 - Slide

Doelen van deze les
Controleren wat er van de vorige les is blijven hangen
Bepalen waar nog extra aandacht aan besteed moet worden
Je kan lastige werkwoorden op de juiste manier gebruiken
Al jouw vragen zijn gesteld en beantwoord

Slide 4 - Slide

Welk woord schrijf je met een hoofdletter?
A
Woensdag
B
Kerstmis
C
Winter
D
Paasfeest

Slide 5 - Quiz

Wat is goed geschreven?
A
Diana Van Dam
B
dirk van dam
C
Daan van Dam

Slide 6 - Quiz

Welke bedrijfsnaam is goed gespeld?
A
JUMBO
B
HenM
C
H&M
D
jumbo

Slide 7 - Quiz

Waar staat de komma op de juiste plaats?
A
Ik heb me verslapen, want ik lag laat in bed.
B
Ik heb me verslapen want, ik lag laat in bed.
C
Ik heb me verslapen omdat, ik laat in bed lag.
D
Ik verslaap me nooit en lig ook nooit laat in bed.

Slide 8 - Quiz

Welk citaat is volgens de regels geschreven?
A
Hij 'riep', ik snap er niks van.
B
Hij zei dat hij het wel snapte.
C
Hij riep: 'Ik snap het!'
D
Hij schreeuwde: 'ik denk dat ik het snap'!

Slide 9 - Quiz

Wat is goed gespeld?
A
Wat is goed gespeld?
B
Wat is goed gespelt?
C
Wat is goed gespeldt?

Slide 10 - Quiz

Hij rijdt naar school
A
rijdt = PV
B
Hij = PV
C
naar = PV
D
school = PV

Slide 11 - Quiz

Ik (lijden).... aan een zeldzame ziekte.
A
lijdt
B
leid
C
lijd
D
leidt

Slide 12 - Quiz

Hij (rijden VT) ..... naar huis.
A
rijdt
B
reedt
C
reet
D
reed

Slide 13 - Quiz

Wat kwam je tegen bij de opdrachten?
Wat wist je nog?
Waar heb je nog hulp bij nodig.?

Nakijkmateriaal volgt!

Slide 14 - Slide

Lastige werkwoorden
Daar ligt een ei.
Hij ligt in bed.
Zich bevinden, rusten

De kip legt een ei.
Zij legt haar tas op het bed.
Plaatsen, iets doen

Slide 15 - Slide

Bij deze uitleg hoort een video
Deze vind je in je online lesmethode (hst 1 - lastige werkwoorden)

Slide 16 - Slide

Lastige werkwoorden
Ik ken alle woordjes die ik moest leren.
Ik ken wel veertig automerken.
Iets weten of geleerd hebben


Zij kan heel goed dansen.
Zij kan het beste voetballen van iedereen.
In staat zijn om iets te doen
 

Slide 17 - Slide

Maak een goede zin met het werkwoord leggen.

Slide 18 - Open question

Maak een goede zin met het werkwoord kennen.

Slide 19 - Open question

Zelf aan de slag
Maak opdracht 1,2 en 3 op blz. 32/33

timer
10:00

Slide 20 - Slide

Maak een zin van zes woorden

Slide 21 - Slide

Waar heb je iets aan gehad
deze les?

Slide 22 - Mind map

Wat zou ik anders
kunnen doen?

Slide 23 - Mind map

Zou je zélf iets anders
doen, de volgende les?

Slide 24 - Mind map

Slide 25 - Slide

Doelen van deze les
Controleren wat er van de vorige les is blijven hangen
Bepalen waar nog extra aandacht aan besteed moet worden
Je kan lastige werkwoorden op de juiste manier gebruiken
Al jouw vragen zijn gesteld en beantwoord

Slide 26 - Slide

Tevreden?

Slide 27 - Slide