H6.2: overheidsregels

Media en overheidsregels
Donderdag - 24 januari
1 / 12
next
Slide 1: Slide
MaatschappijkundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Media en overheidsregels
Donderdag - 24 januari

Slide 1 - Slide

Planning

Begrippen: 10 min. 

Uitleg: 15 min. 

Zelfstandig werken: 30 min. 

Leerdoelen controleren: 10 min.


Slide 2 - Slide

Begrippenlijst
De volgende begrippen komen in hoofdstuk zes naar voren: 

- Referentiekader
- Zenderkleuring
- Horizontale programmering
- Prime Time
- Verscharling (van de media)
- Commercieel 
- Identiteit
- Sluikreclame
- Objectief
timer
15:00

Slide 3 - Slide

Wat betekent
' horizontale programmering '
A
De zenders heeft een bepaalde identiteit
B
Alle programma's worden op vaste tijdstippen uitgezonden
C
De programma's worden van acht uur savonds tot elf uur savonds uitegzonden
D
Er komt veel meer amusement op TV, andere dingen krijgen geen kans meer.

Slide 4 - Quiz

Wat betekent 'objectief' ?

Slide 5 - Open question

Overheidsregels
De Publieke omroepen krijgen ieder jaar 500 miljoen van de overheid

Het einddoel voor de publieke omroepen is: dat mensen ondanks de culturele verschillen in een groep of samenleving, elkaar kunnen begrijpen en verdraagzaam zijn. 


Globaal gezien, zijn dit de grootste overheidsregels voor publieke omroepen: 
  • Publieke omroepen moeten een betrouwbare bron van informatie zijn 
  • Publieke omroepen moeten een pluriform aanbod kunnen bieden. 

Slide 6 - Slide

De Mediawet
De belangrijskte voorwaarden en regels in de mediawet zijn: 

  • Een publieke omroep moet een vereniging zijn, mogen geen winst als doel hebben. 
  • Een PO moet een eigen identiteit hebben, ieder moet dus herkenningspunten hebben.
  • Beginnende PO moeten minimaal 50.000 leden hebben, dit moet binnen vijf jaar uitlopen tot 300.000 betalende leden. 
  • Omroepen moeten hun eigen programma's verzorgen (80% om 20%)
  • Zij hebben recht op geld van de overheid (500 miljoen per jaar). 
  • Er zijn regels verbonden aan de reclameboodschappen
  • Sluikreclame is verboden! Ook voor de commerciele zenders! 
  • Geestelijke groepen of politieke partijen moeten ook zendtijd krijgen. 

Slide 7 - Slide

Voor wie is de mediawet voornamelijk bedoeld?
A
Publieke omroepen
B
Commerciële zenders

Slide 8 - Quiz

Wat staat NIET in de mediawet?
A
Een publieke omroep moet een identiteit hebben
B
Een publieke omroep moet minimaal 50.000 betalende leden hebben.
C
Een publieke omroep mag niet meer dan 40% van de zendtijd aan reclame besteden
D
Een publieke omroep mag zelf zijn zendtijd indelen.

Slide 9 - Quiz

Het commissariaat van de media

controleert of de publieke omroepen zich wel degelijk aan de mediawet houdt en of de commerciële zenders zich aan de reclameregels houden. 

Slide 10 - Slide

De NOS en NTR

De NOS is verantwoordelijk voor de volgende dingen: 
- Maken verslag van grote evenementen
- Nieuwsprogramma's
- Sportprogramma's


de NTR zendt programma's over cultuur, onderwijs, minderheden en jeugd uit. 

Slide 11 - Slide

Zelfstandig werken

Maak de opdrachten 1 t/m 9, 12, 14 
+ Begrippen en samenvatting

VOLGENDE WEEK DONDERDAG AF!

Slide 12 - Slide