Tijden in de Engelse grammatica: Heden, Verleden en Voltooid Tegenwoordige Tijd

Tijden in de Engelse grammatica: 
Heden --> Present simple
Verleden --> Past simple
Voltooid Tegenwoordige Tijd --> Present perfect
1 / 16
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Tijden in de Engelse grammatica: 
Heden --> Present simple
Verleden --> Past simple
Voltooid Tegenwoordige Tijd --> Present perfect

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen
- Je kunt de verschillende tijden toepassen;
- Je kent het verschil in gebruik tussen de past simple en de present perfect.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Wat weet je al over de past simple en de present perfect?

Slide 3 - Mind map

This item has no instructions

Past Simple
Je gebruikt de past simple als iets in het verleden is gebeurd en het belangrijk is wanneer het is gebeurd. 
In de zin staan dan vaak woorden als last night, in 2015, this morning, five minutes ago, when I was young.


- We talked on the phone last night.
- I left my house half an hour ago.



Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Past Simple
Bij regelmatige werkwoorden eindigt depast simple op -ed. Let op de spelling bij sommige regelmatige werkwoorden.
Onregelmatige werkwoorden hebben een eigen vorm.
In ontkennende en vragende zinnen gebruik je did of didn’t + hele werkwoord.


Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Past simple: vorm
Bevestigend +
Ontkennend -
Vragend We / You / They like him.
Ik liked him.
I didn't like him.
Did I like him?
He / she / it saw him.
He / she / it didn't see him.
Did he / she / it see him?
We / You / They did well.
We / You / They didn't do well.
Did we / You / They do well?

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Past simple
Let op: soms verandert de spelling bij regelmatige werkwoorden:


werkwoord eindigt in -e
alleen -d toevoegen
to arrange → arranged
werkwoord eindigt in medeklinker + y
medeklinker + -ied
to try → tried
werkwoord eindigt in korte klinker
medeklinker verdubbelen + -ed
tp plan → planned
werkwoord met meer lettergrepen en eindigt in l
- lled
to travel → travelled

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Present Perfect
Je gebruikt de present perfect:

1. als je wilt zeggen dat iets is gebeurd en het niet belangrijk is wanneer:
- We have finished all our work.
- She has given me a really good idea.
2. als je wilt zeggen dat iets in het verleden is begonnen en nog steeds doorgaat. In de zin staat dan vaak: since, for of in.
- I’ve been here since ten o’clock.
- Dominic has waited for hours.
- We haven’t seen you in weeks.


Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Present Perfect
Je maakt de present perfect met have / has + voltooid deelwoord. Het voltooid deelwoord eindigt op -ed bij regelmatige werkwoorden. Onregelmatige werkwoorden hebben een eigen vorm.




Bevestigend +
Ontkennend -
Vragend We / You / They like him.
I have played a game
I haven’t played a game.
Have I played a game?
He has written a book.
He hasn’t written a book.
Has he written a book?
They have done their work.
They haven’t done their work.
Have they done their work?

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Vergelijking van Tijden
1. Je gebruikt de past simple als iets in het verleden is gebeurd en het belangrijk is wanneer het is gebeurd. In de zin staan dan vaak woorden als: last night, in 2015, this morning, five minutes ago, when I was young.

2. Je gebruikt de present perfect als je wilt zeggen dat:
- iets is gebeurd en het niet belangrijk is wanneer.
- iets in het verleden is begonnen en nog steeds doorgaat. In de zin staat dan vaak for of since.


Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Vergelijking van Tijden
Present perfect
Past simple
I haven’t done my homework. Sorry about that.
I didn’t do my homework last Sunday.
She’s given me a really good idea.
She gave me a really good idea yesterday.
We’ve been here since coffee time.
We were here last night, too.

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Oefenen: Tijd Toepassen
4 KGT: Ga online naar Unit 1, Lesson 2 Writing.
Oefen met Grammar.
3 KGT: Ga online naar Unit 1, Lesson 1 Reading.
Oefen met Grammar1 en 2.

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Homework
Write a story about yourself in wich you alternate the simple present, the past simple and the past perfect.
Use 75 - 100 words.

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Wat heb je deze les geleerd?

Slide 14 - Open question

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.
Ik kan de verschillende tijden toepassen:
😒🙁😐🙂😃

Slide 15 - Poll

This item has no instructions

Ik ken het verschil in gebruik tussen de past simple en de present perfect:
😒🙁😐🙂😃

Slide 16 - Poll

This item has no instructions