Opbouw van teksten in zijn algemeen: inleiding -kern-slot (hst 29)
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
Aan de slag
- Wat? Maken opdracht 1 t/m 9, les 29
- Waar? Blz. 62
- Hoe? Individueel of in tweetallen (buurman/buurvrouw)
- Hulp? Boek, aantekeningen of buurman/buurvrouw
- Tijd?: 15-20 min.
- Klaar? Even wachten op de rest
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Slide
Slide 18 - Slide
Slide 19 - Slide
Slide 20 - Slide
Slide 21 - Slide
Aan de slag
Kijk nu in de tekst of je functiewoorden ziet: markeer die met een markeerstift
Slide 22 - Slide
Slide 23 - Slide
Leesvaardigheid
Eerst opbouw van teksten in zijn algemeen: inleiding -kerns-slot (hst 29)
Dan leer je over alinea's en welke functie deze alinea's kunnen hebben (hst 30)
En als laatste leer je over wat voor soort inleiding of slot je kunt tegenkomen, en hoe je een tekst beter kunt begrijpen door deze soorten te herkennen