Iedereen zorgt ervoor dat hij/zij een leesboek mee heeft.
Slide 2 - Slide
Lesdoelen
- Aan het einde van de les kun je vier tekstdoelen benoemen.
- Aan het einde van de les kun je bij elk tekstdoel een tekstsoort noemen.
Slide 3 - Slide
Tekstdoelen
Slide 4 - Slide
Tekstdoelen
Informeren
Instrueren
Overtuigen
Activeren
Emotioneren
Slide 5 - Slide
Informeren
De schrijver geeft ...
Er staan voornamelijk feiten/meningen in de tekst.
Er kunnen wel/niet meningen van anderen in de tekst staan.
Slide 6 - Slide
Instrueren
De schrijver geeft ...
De schrijver legt stapsgewijs uit wat de lezer moet doen.
De schrijver kan de lezer wel/niet direct aanspreken.
Slide 7 - Slide
Overtuigen
De schrijver geeft zijn ...
Om je standpunt te onderbouwen gebruikt de schrijver ...
Slide 8 - Slide
Activeren
De schrijver wil ...
Slide 9 - Slide
Emotioneren
De schrijver wil...
Slide 10 - Slide
Tekstsoorten
Elke tekstsoort heeft zijn eigen kenmerken. Die kenmerken gaan over zowel het uiterlijk als de inhoud van de tekst.
Vaak kun je aan de bron van de tekst zien wat voor tekstsoort je kunt verwachten.
Slide 11 - Slide
In tweetallen
Je krijgt van mij een tekstdoel en tekstsoort.
Je maakt een tekst waarin deze twee aspecten met elkaar worden gecombineerd. Het moet voor de rest duidelijk zijn wat het tekstdoel is en de tekstsoort!
Minimaal één a4-tje
Slide 12 - Slide
Aan de slag!
Aan het einde van de les kan elk groepje iets inleveren.