H7D2 - KBL

• Mens & Natuur
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 2

Wat wordt met het woord ontbrandingstemperatuur
bedoeld.

1. de temperatuur waarbij de stof gaat branden
2. de temperatuur waarbij de stof gaat doven
3. dit geeft een temperatuur aan van precies 100 ˚C
4. dit is de temperatuur waarop de stof gaat roken

Is het volgende bewering
goed of fout bij brand?
- Met je lichaam en hoofd zo hoog mogelijk blijven.

1. goed
2. fout

Wat is goed voor
de kringloop in een bos?

1. afgevallen bladeren opruimen
2. omgevallen bomen laten liggen
3. de dieren wegjagen
4. de insecten verdelgen

Welke is geen verbrandingsvoorwaarde?

1. zuurstof
2. water
3. brandstof
4. temperatuur

In welke groep organismen vindt fotosynthese plaats?

1. in de afvaleters
2. in de consumenten
3. in de producenten
4. in de reducenten

Is het volgende bewering
goed of fout bij brand?
- Ramen en deuren open houden.

1. goed
2. fout

Wie zijn de
afvaleters?

1. bacteriën en schimmels
2. dieren en mensen
3. mestkevers en doodgravers
4. planten

Hoe heet de laag
waarin de reducenten leven?

1. humuslaag
2. grondlaag
3. strooisellaag
4. bodemlaag

Alleen consumenten en afvaleters verbranden glucose om energie te maken.

1. juist
2. onjuist

Groene planten zijn
de ................................ van
voedingsstoffen.

1. consumenten
2. producenten
3. reducenten
4. gebruikers

Wat geldt voor
de strooisellaag?

1. deze wordt steeds dikker
2. dit is hetzelfde als humus
3. is gevarieerd in je tuin
4. hij bestaat uit natuurlijk afval

Is het volgende bewering
goed of fout bij brand?
- Laag bij de grond blijven.

1. goed
2. fout

Welke organisme
is een consument?

1. wortel
2. koe
3. notenboom
4. champignon

Afvaleters, consumenten, producenten en reducenten verbranden glucose om energie te maken.

1. juist
2. onjuist

Wat is er nodig voor
de verbranding van houtskool?

1. brandstof + zuurstof
2. zuurstof + temperatuur
3. brandstof + temperatuur
4. temperatuur + water

De boer haalt al zijn
gewassen van het land.

1. De boer moet volgende jaar weer gewassen op de akker gaan verbouwen.
2. De boer moet volgende jaar kunstmest op de akker gaan strooien.

De laag waarin
de afbrekers leven heet?

1. humuslaag
2. strooisellaag

Dieren noemen we
de .......................................... van
voedingsstoffen.

1. reducenten
2. producenten
3. consumenten
4. makers

Waar vind je
de dikste strooisellaag?

1. in het bos
2. in de moestuin
3. in een bloemenpark
4. in de sloot

Wat gebeurt er in de kringloop
als de boer zijn gewassen
van het land haalt?

1. de consumenten gebruiken de voedingsstoffen
2. de afvaleters gebruiken de voedingsstoffen
3. er ontstaat geen humus
4. de reducenten zetten afval om in mineralen