Les 1: introductie

1 / 42
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

This lesson contains 42 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Ik heb onwijs veel zin in deze module!
😒🙁😐🙂😃

Slide 2 - Poll

Programma
Oriëntatie

Ademhalingsstelsel


Slide 3 - Slide

Leerdoelen
Na deze les kun je:

Benoemen wat er gedaan moet worden om het vak af te ronden.

Onderdelen van het ademhalingsstelsel benoemen

Slide 4 - Slide

B1-K1-W4: Voert verpleegtechnische handelingen uit (zorgverlener)

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Theorie

Ademhalingsstelsel

COPD en Astma

Tracheostoma

Sputumkweek


Praktijk

Zuurstof toediening

Tracheostoma verzorgen en uitzuigen

Slide 7 - Slide

Opdracht
Kijk in Dulon Online. Bekijk de deelopdrachten van casus 4 en lees de casus door.

Noteer je leervragen.
timer
5:00

Slide 8 - Slide

Lees de casus Johan Michielsen, welke woorden zijn nog onbekend?

Slide 9 - Open question

Het ademhalingsstelsel

Slide 10 - Slide

timer
1:00

Slide 11 - Slide

Het ademhalingsstelsel
  • Functie: uitwisseling van gassen →  zuurstof O² en kooldioxide CO²
  • Bovenste luchtwegen: neusholte,
    mondholte, keelholte en strottenhoofd
  • Onderste luchtwegen: luchtpijp,
    luchtpijpvertakkingen , longblaasjes.

Slide 12 - Slide

0

Slide 13 - Video

Hoeveel keer ademt een volwassen mens in rust gemiddeld?
A
12 - 16 x/min.
B
30 - 40 x/min.
C
60 - 80 x/min.
D
80 - 100 x/min.

Slide 14 - Quiz

Wat hoort bij de onderste luchtwegen?
A
Luchtpijp
B
Strottenhoofd

Slide 15 - Quiz

Wat is de Latijnse naam van het ademhalingsstelsel?
A
Tractus Circulatorius
B
Tractus Asmaticus
C
Tractus Respiratorius
D
Tractus Inspiratorius

Slide 16 - Quiz

wat zijn functies van het ademhalingsstelsel?
A
zuurstof/koolstofdioxide uitwisseling
B
zuurstof/koolstofdioxide uitwisseling en ruiken.
C
zuurstof/koolstofdioxide uitwisseling en spreken.
D
zuurstof opname in het bloed

Slide 17 - Quiz

bij de bovenste luchtwegen behoren
A
mondholte, neus, keelholte
B
mondholte, neus, keelholte, larynx
C
mondholte, neus, larynx, epiglottis
D
larynx, epiglottis, trachea

Slide 18 - Quiz

Wat is de functie van de bovenste luchtwegen?
A
Zuiveren, verwarmen en bevochtigen van lucht die binnenkomt
B
Zorgen voor een goede luchttoevoer naar de luchtpijp
C
Ervoor zorgen dat er geen voedsel in de longen komt
D
A, B en C zijn juist

Slide 19 - Quiz

Welke stelling klopt niet?
A
De belangrijkste taak van de onderste luchtwegen is het uitwisselen van zuurstof en koolzuurgas.
B
De trilharen in de luchtpijp vervoeren verontreinigingen in de lucht terug naar de mondholte.
C
De trilharen in de neus verwarmen en zuiveren de ingeademde lucht.
D
De zuurstof wordt via de luchtpijptakjes opgenomen in het bloed.

Slide 20 - Quiz

de stembanden vormen de grens tussen de bovenste en onderste luchtwegen
A
Juist
B
Onjuist

Slide 21 - Quiz

Waaruit bestaan de onderste luchtwegen?
A
Luchtpijp, strottenhoofd, longblaasjes
B
Luchtwegvertakkingen, longblaasjes, strottenhoofd
C
Luchtpijp, luchtwegvertakkingen, longblaasjes
D
Keelholte, luchtpijp, longblaasjes

Slide 22 - Quiz

Hoort het bij de onderste of de bovenste lucjtwegen?
onderste luchtwegen
onderste luchtwegen
bovenste luchtwegen
bovenste luchtwegen
longen
neusholte
de longblaasjes
het strottenhoofd

Slide 23 - Drag question

Wat is de kleinste structuur in het ademhalingsstelsel?
A
alveoli (longblaasjes)
B
bronchiën (luchtwegvertakking)
C
bronchiolen (kleine vertakkingen van de luchtwegvertakking)
D
trachea (luchtpijp)

Slide 24 - Quiz

Wij ademen hoeveel zuurstof in?
A
14%
B
15%
C
16%
D
21%

Slide 25 - Quiz

De kleinste luchtwegen zijn de:
A
Trachea
B
Bronchien
C
Bronchiolen
D
Alveoli

Slide 26 - Quiz

De prikkel van de hersenen naar de longen om in te ademen wordt door het _ niveau bepaald.
A
zuurstof
B
kooldioxide

Slide 27 - Quiz

Slide 28 - Link

Lesdoelen behaald?

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Video

Slide 33 - Video

Slide 34 - Video

Bij COPD raken de _ ontstoken
A
Bronchiolen
B
Haarvaten

Slide 35 - Quiz

Wat is geen risico voor COPD?
A
Cigaretten
B
Verfresten
C
BigMac
D
Sporten

Slide 36 - Quiz

De piepende ademhaling bij COPD wordt door _ veroorzaakt.
A
Vernauwing
B
Verbreding

Slide 37 - Quiz

Opdracht
Hoe stellen we COPD vast bij een cliënt?  Welke onderzoeken zijn nodig?

Hoe behandelen we COPD?
(Welke medicatie? Welke begeleiding van de client?)

Slide 38 - Slide

Vaststellen
Onderzoek:

Anamnese - belangrijkste!
Beluisteren longen - zie volgende dia.
Rontgenfoto
Spirometrie

Slide 39 - Slide

Piepende ademhaling passend bij COPD

Slide 40 - Slide

Behandeling COPD
Leefstijlaanpassingen

Medicatie

Fysiotherapie

Slide 41 - Slide

Slide 42 - Slide