Haben, sein en werden herhalen 4

Ik wil graag met jullie 3 liedjes beluisteren...
1 / 31
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare school

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

Items in this lesson

Ik wil graag met jullie 3 liedjes beluisteren...

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

Slide 3 - Video

Slide 4 - Video

Hoe zat het ook alweer?
- wat betekent 'haben'?
- wat betekent 'sein'?
- wat betekent 'werden'?
- weet iemand de 1 van de rijtjes uit zijn/haar hoofd?

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Wat gaan we doen?
We beginnen met een paar gesloten vragen om deze werkwoorden te herhalen:
- hou je mobieltje bij de hand om antwoorden in te vullen
- als wilt, mag je op een blaadje, de werkwoorden uit je hoofd opschrijven (hoeft niet)

Slide 8 - Slide

welke 2 betekenissen heeft werden?

Slide 9 - Open question

het werkwoord 'werden
ich
du
e/s/e
wir
ihr
sie/Sie
werde
wirst
wird
werden
werdet
werden

Slide 10 - Drag question

Jetzt alles zusammen
haben, sein und werden

Slide 11 - Slide

ich
du
er sie es 
wir 
ihr
sie Sie 
werdet
seid
habt
wird
ist
bin
haben
hast

Slide 12 - Drag question

Ich ............ dir die Matheaufgabe erklären.
A
habe
B
bin
C
werde

Slide 13 - Quiz

Ihr ....... das jetzt sagen!
A
wird
B
werdet
C
habt
D
seid

Slide 14 - Quiz

Ariane ............... noch in der Schule.
A
ist
B
wird
C
hat
D
hast

Slide 15 - Quiz


.............. du morgen 10 oder 14 ?
A
wirdst
B
wirst
C
bist
D
hast

Slide 16 - Quiz

Ich warte auf Anna. Sie .......... mein Biologiebuch.
A
hatte
B
ist
C
wird
D
hat

Slide 17 - Quiz

.............. deine Eltern geschieden?
A
werden
B
sind
C
haben
D
hat

Slide 18 - Quiz

Wo .............. du deine Tasche versteckt?
A
habt
B
wirst
C
bist
D
hast

Slide 19 - Quiz

Frau Meier, wie alt .............Sie nächste Woche?
A
sind
B
werden
C
haben
D
wirst

Slide 20 - Quiz

Wir .......... den Lehrer um Hilfe bitten.
A
haben
B
sein
C
werden

Slide 21 - Quiz

Warum (sein) ... ihr um acht Uhr weggegangen ?

Slide 22 - Open question

Das Baby (haben) ... einen schönen Namen. Nicht wahr?

Slide 23 - Open question

Nein, wir (werden)... nie zurückommen.

Slide 24 - Open question

Mit wem (werden) ... ihr nach Hamburg gehen?

Slide 25 - Open question

Johanna (werden) ... dir helfen wenn sie Zeit findet.

Slide 26 - Open question

Agnes, (haben) ... ihr alles mitgebracht?

Slide 27 - Open question

(sein) ... Sie schon fertig, Frau Stein?

Slide 28 - Open question

Der Kameramann (sein) … ein netter Mann.

Slide 29 - Open question

Da, (haben) ... wir wieder mal Glück gehabt.

Slide 30 - Open question

Wat vind je aan dit onderdeel nog lastig?

Slide 31 - Open question