4.2: Verlichting: theorie en praktijk

4.2. De Verlichting: theorie en praktijk
Welke kritiek hadden de Verlichtingsfilosofen op de absolute heersers en welke ideeën hadden zij over politiek en bestuur?
1 / 24
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

4.2. De Verlichting: theorie en praktijk
Welke kritiek hadden de Verlichtingsfilosofen op de absolute heersers en welke ideeën hadden zij over politiek en bestuur?

Slide 1 - Slide

Welk begrip past het best bij de manier van regeren van Lodewijk XIV?
A
Absolutisme
B
Democratie
C
Centralisatie
D
Vrijheid

Slide 2 - Quiz

Wat is geen kenmerk van het absolutisme onder Lodewijk XIV?
A
Er komen hervormingen in de economie
B
Het Edict van Nantes wordt ingetrokken
C
De adel komt op Versailles wonen
D
Er werden weinig oorlogen gevoerd

Slide 3 - Quiz

Waarom liet Lodewijk XIV alle adel bij hem in Versailles wonen?
A
Hij wilde veel mensen om zich heen hebben omdat hij zich anders eenzaam voelde.
B
Hij wilde dat alle adel samen was zodat ze zich konden verdedigen tegen de revolutie.
C
Hij vertrouwde de adel niet en wilde ze goed in de gaten kunnen houden.

Slide 4 - Quiz

Stelling: In de tijd van Lodewijk XIV was er godsdienstvrijheid.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 5 - Quiz


L'État, c'est Moi

  • De wil van de koning is wet. Dit noem je absolutisme
  • Deze macht is door god gegeven: droit divin (goddelijk recht)
  • Zo hoeft dus ook niemand aan de koning te twijfelen...

Slide 6 - Slide


De Zonnekoning

  • Lodewijk XIV (1638-1715) was één van de machtigste koningen van Frankrijk. 
  • Hij werd koning toen hij 5 jaar was. 
  • Hij zorgde ervoor dat iedereen naar Lodewijk zou luisteren en dat hij de absolute macht had.
Pak je smartphone of tablet en klik op de link om het paleis van Versailles van binnen te bekijken!

Slide 7 - Slide

Absolutisme
Kenmerken:
  • Trouwe edelen werden beloond met speciale taken en mooie baantjes = voorrechten (= privileges)
  • De ambtenaren moesten precies doen wat de koning wilde
  • Het gewone volk had niets te vertellen
  • Mensen mogen geen kritiek hebben
  • De koning, geestelijken en de ambtenaren leefden in grote rijkdom


Slide 8 - Slide

Lodewijk XIV
Lodewijk XIV ging rare dingen doen : 
  • Eigen bijnaam verzonnen, le Roi Soleil;
    "De Zonnekoning". 
  • Bouwen van een gigantisch paleis, Versailles.
  • Hij bepaalde de godsdienst van Frankrijk: katholicisme.
  • Al het geld ging naar zijn eigen spaarpot toe.
  • Economie ging slecht: giga-jaloers op Nederland! Daarom bedacht hij het Mercantilisme

Slide 9 - Slide

Paleis Versailles in cijfers 
  • 700 kamers
  • 2513 ramen
  • 1252 open haarden
  • 70 trappen
  • 6000 schilderijen
  • 800 hectare tuin
  • 200.000 bomen
  • 210.000 bloemen (ieder jaar)
  • 40 kilometer ommuring
  • 55 vijvers, 600 fonteinen
  • 5570 meter is de omtrek van het kanaal
  • 600 plaatsen in de stallen
  • 35.000 arbeiders (nu: 900 mensen)
  • 2 miljard euro bouwprijs
  • 135 miljoen euro restauratiekosten

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Leg uit waarom deze bron bij het absolutisme past.

Slide 12 - Open question

4.2. De Verlichting: theorie en praktijk
Welke kritiek hadden de Verlichtingsfilosofen op de absolute heersers en welke ideeën hadden zij over politiek en bestuur?

Slide 13 - Slide

Lesdoelen
  • Ik kan het begrip rationalisme uitleggen.
  • Ik kan uitleggen wat de Verlichting is.
  • Ik kan benoemen welke ideeën Locke had. 
  • Ik kan aan de hand van een tekning uitleggen wat de trias politica is. 

Slide 14 - Slide

Het begin van de Verlichting 

Slide 15 - Slide

Het begin van de Verlichtig
  • Dit nieuwe denken werd eerst alleen toegepast op de natuur, maar werd na verloop van tijd ook toegepast op de mens en de maatschappij
  • Er ontstonden dan vragen zoals: Wie mag het land besturen en hoe moet dat eerlijk gebeuren?
  • Er kwam kritiek op het absolutisme

Slide 16 - Slide

Verlichting

Slide 17 - Slide

John Locke
  • Iedereen wordt gelijk geboren
  • De koning moet rekening houden met de belangen van het volk
  • Als een koning slecht regeert, mag het volk hem afzetten 

Slide 18 - Slide

Montesquieu
Bedenker van de trias politica:
  • Wetgevende macht (parlement)
  • Uitvoerende macht (koning, ministers)
  • Rechtsprekende macht (onafhankelijke rechters)
De macht moet verdeeld worden. 
De drie machten moeten elkaar controleren. 

Slide 19 - Slide

Verlichte denkers

Slide 20 - Slide

Rijke dames organiseerden salons, waar filosofen en schrijvers hun ideeën uitwisselden. Zo werden de verlichte ideeën verspreid. Langzaam ontstond het idee dat er verandering moest komen in Frankrijk.

Slide 21 - Slide

Terugblik

Slide 22 - Slide

Welke verlichtingsideeën kun je teruglezen in de bron?

Slide 23 - Open question

Slide 24 - Video