hoofdstuk 4 Arm en Rijk

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 5

Powerpoint 4.1 

Welke ontwikkelingen hebben de globalisering mogelijk gemaakt?

Welke transporttechnologie is wellicht de allerbelangrijkste geweest?

1. grotere schepen
2. uitvinding van de container
3. zuinigere vrachtauto's
4. snellere vliegtuigen

De relatieve afstanden dalen door de nieuwe transporttechnologie. Welke begrip past hier het beste bij?

1. absolute afstand
2. globalisering
3. tijdruimtecompressie
4. relatieve afstand

Wat is geen nadeel van globalisering

1. De werkgelegenheid afgenomen in gebieden waar het productiewerk weg is gehaald
2. De kloof tussen arme en rijke landen is toegenomen
3. De kloof binnen landen tussen rijke en arme mensen is toegenomen
4. Meer werkgelegenheid in gebieden die productiewerk hebben overgenomen

Powerpoint 4.1 vervolg

In de nieuwe internationale arbeidsverdeling

1. komen migranten naar de welvarende landen om te werken
2. wordt ook hooggekwalificeerd werk ge-outsourd
3. worden alle onderdelen uit de productieketen verplaatst

Welk begrip past bij deze foto?

Leg uit: In China is er sprake van een nieuwe arbeidsverdeling?

Productieketen:

1. De weg die een product aflegt van grondstof tot eindproduct
2. De keten aan grondstoffen die nodig zijn om een product te maken
3. De plekken waar het product allemaal langskomt

Productieketens

Grondstof

Transport

Halffabrikaat

Eindproduct

Fabricage

Grondstof

De oorzaak van outsourcing was

1. Het verschil in opleidingsniveau
2. Het verschil in loonkosten
3. Het verschil in bevolkingsdichtheid
4. Het verschil in de afzetmarkt

Bedenk 2 motieven waarom bedrijven een deel van hun werkzaamheden outsourcen?

Politieke migratie

Economische migratie

Sociale migratie

Wat is het verschil tussen en push en pullfactor?

Veel hoogopgeleide Indiërs vertrekken. Veelal naar Engeland. Welk begrip past hier het beste bij?

1. drainage
2. braindrain
3. braingain
4. pushfactor

Wat is cultuur?

1. taal
2. religie
3. Kleding/muziek/eten /feesten
4. Allemaal goed

Powerpoint 4.2 

Wat is een cultuurgebied?

1. Een gebied waar mensen van eenzelfde bevolkingsgroep wonen
2. Een gebied met overeenkomsten in de cultuur
3. Een plek in een land waar de inwoners de oorspronkelijke cultuur van het land aanhouden
4. Gebied waar mensen dezelfde politieke voorkeur hebben

Leg uit hoe een hogere mate van alfabetisme kan bijdragen aan culturele diffusie

Een lingua franca is een taal die door mensen met een .................. wordt gesproken.

1. verschillende moedertaal
2. taalachterstand
3. grote talenknobbel
4. beperkte woordenschat

Amerikanisering in Nederland blijkt vooral uit...

1. het gebruik van Amerikaanse woorden
2. het grote aantal immigranten in Nederland
3. het grote aantal vakanties naar Amerika
4. veel oorlogsvluchtelingen die naar hun land terugkeren

Hoe herken je een wereldstad?

1. Het moet heel veel inwoners hebben
2. de regering moet er zitten
3. Het moet belangrijk zijn voor een groot gebied op politiek, economisch en/of cultuur
4. deze steden zijn als een web verbonden met andere wereldsteden

Wat is geen voorbeeld van een wereldstad

1. Tokyo
2. London
3. Lyon
4. New York

Caïro is een grote stad met 20 miljoen inwoners. Hoe wordt zo'n stad aangeduid.

1. Wereldstad
2. Primate city
3. Megastad
4. Dorp

Maak in je werkboek op blz 87.
Vraag 7 tm 9

Leerdoelen

Welke veranderingen zorgen voor een versnelling van het globaliseringsproces?

Hoe beïnvloeden netwerken van bedrijven en migranten steden en gebieden?

Wat zijn de gevolgen van globalisering voor de verschillende culturen op de wereld?