5.3 Booming India

5.3 Booming India

1 / 33
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 1-6

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

5.3 Booming India

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Lesdoel(en)
Aan het einde van de les kan je:
Welke economische veranderingen zijn er in India en welke gevolgen hebben die voor het land;


Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Benodigde voorkennis 
Je weet wat MNO's zijn;
Je weet wat globalisering is;
Je weet het belang belastingvoordelen;
Je weet speciaal economische zones zijn;

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Slide 4 - Video

This item has no instructions

Wat wordt er bedoeld met globalisering?

Slide 5 - Open question

This item has no instructions

Waarom werkt de wereld van nu meer met elkaar samen dan vroeger?

Slide 6 - Open question

This item has no instructions

BRIC landen
Wat hebben deze landen met elkaar in gemeen?

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Multinationale ondernemingen
Waarom gaan veel buitenlandse bedrijven naar India? (in 2021: 4162 MNO's)

Reden 1:  ...............................
Reden 2: ...............................
Reden 3: ...............................

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Aandeel in de wereldhandel

Wat zie je?

Oorzaken?

Gevolgen?

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Keerzijde van de groei

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Begrippen
duale economie
opkomende landen
outsourcing
globalisering
dienstensector


ontwikkelingskenmerken
speciale economissche zones (SEZ)
braindrain
arbeidsmigranten
remittance

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Wat zie je?
Waar komt het voor?
Waarom komt dit hier voor?
Is dit gewenst?
Komt dit overal zo voor? 

Slide 12 - Slide

Beschrijving van de afsluitende foto
Slums
Wat zie je?
Waar komt dit voor?
Waarom komt dit hier voor?
Is dit gewenst?
Komt dit overal zo voor? 

Slide 13 - Slide

Beschrijving van de openingsfoto

Slums en het moderne cbd van Mumbai.


Maken samenvattingsopdracht 5.3
\

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

H5.3 oefenopdrachten

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Wat wordt er bedoeld met globalisering?

Slide 17 - Open question

This item has no instructions

Waarom werkt de wereld van nu meer met elkaar samen dan vroeger?

Slide 18 - Open question

This item has no instructions

In India zijn de lonen hoger dan in Nederland.
A
True
B
False
C

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Sommige Indiërs gaan opzoek naar betere banen, zij migreren. Dit noemen we ook wel...
A
Arbeidsmigranten
B
Vluchtelingen
C
Gezinshereniging
D
Politieke migranten

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

Wat zijn SEZ's? (speciaal economische zone's)
A
Gebied waar de Euro wordt gebruikt
B
Gebied waar buitenlandse bedrijven zich vrij mogen vestigen en minder belasting hoeven te betalen.
C
Gebied waar grote multinationals zoals Apple en Microsoft hun kantoor hebben.
D
Gebieden met veel fabrieken

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

BRIC landen: Wat hebben deze landen met elkaar in gemeen?

Slide 22 - Open question

This item has no instructions

Waarom gaan veel buitenlandse bedrijven naar India?
(in 2021: 4162 MNO's)

Slide 23 - Open question

This item has no instructions

Welk begrip wordt omschreven:
Landen die na 2000 een snelle economische groei doormaken.
A
WTO
B
Industrieel kolonialisme
C
Triade
D
BRICS-landen

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

Waar staat 'Brics' voor?
A
Brazilië, Rusland, India. China, Zuid-Afrika
B
Burundi, Rusland, India. China, Zuid-Afrika
C
Beneden rommelt in cosmos suikeroom
D
Brazilië, Roemenië, India, China, Zuid-Afrika

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions

BRICS horen bij
A
Centrum
B
Semi-Periferie
C
Periferie

Slide 26 - Quiz

This item has no instructions

Er zijn grote verschillen tussen de BRICS-landen m.b.t. levensomstandigheden. Welke indicator gebruik je om die verschillen te meten?
A
HDI / VN-index
B
Levensverwachting
C
Geboortecijfer
D
zuigelingensterfte

Slide 27 - Quiz

This item has no instructions

In welk soort landen wordt veel van onze kleding gemaakt?
A
Buurlanden
B
Bric-landen
C
Lagelonenlanden

Slide 28 - Quiz

This item has no instructions

Vul aan: Industrie die ....................., vertrekt naar lagelonenlanden.
A
.. arbeidsintensief is
B
.. goedkoop is
C
.. kennisintensief is
D
.. veel grondstoffen nodig heeft

Slide 29 - Quiz

This item has no instructions

Maak de juiste combinaties
China en India horen erbij
Daar gaat veel eenvoudige maakindustrie naartoe.
Van grondstof tot eindproduct
Verplaatsing van het economisch zwaartepunt
Global Shift
BRICS
Lagelonenlanden
Productieketen

Slide 30 - Drag question

This item has no instructions

Wat voor MNO's gaan vooral naar lagelonenlanden?
A
Arbeidsextensieve bedrijven
B
Arbeidsintensieve bedrijven
C
Kapitaalintensieve bedrijven
D
Kapitaalextensieve bedrijven

Slide 31 - Quiz

This item has no instructions

Wat is een oorzaak van Global Shift?
A
Opdeling productieketen
B
Goedkoper transport
C
Lage lonen
D
Verdwijnende handelsgrenzen

Slide 32 - Quiz

This item has no instructions

RIJKE LANDEN
OPKOMENDE LANDEN
assemblage
Newly
Industrialized
Countries
Research & developement
Marketing en verkoop
arbeidsintensief
kennisintensief
Exportgerichte productie
hooggeschoold
lage lonen
snelgroeiende afzetmarkt
centrumland
Innovatieland

Slide 33 - Drag question

This item has no instructions