H7 Planten BS1+BS2

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 4

Hoofdstuk 7

Planten

Planning

Thema 7 Planten

Thema 10 Voeding en vertering 

SO2

 21 - 25 oktober 

6 weken de tijd!

Planning voor vandaag:

• instructie basisstof 1   
• werken in jullie boek 


• instructie basisstof 2          
• werken in jullie boek                
• Afronden                  

Leerdoelen

Basisstof 7.1: 

Je kunt de bouw van bladeren beschrijven.

Je kunt de functie van bladeren beschrijven.

Afspraken tijdens de les

1. Heb je een vraag? Steek je hand / vinger / voet op!

2. Als de docent of een medeleerling spreekt, even stil zijn.

3. Nee heb je, ja kun je krijgen (vraag even of je iets mag).

4. Spullen mee! (boek, schrift, pen, laptop)

Alsjeblieft: je boek!

Waarom zijn groene planten voor ons zo belangrijk?

Welk nummer wijst een plantaardige cel aan?

1. 1
2. 2
3. 3
4. 4

Welk nummer wijst de bladgroenkorrel aan?

1. 2
2. 3
3. 4
4. 5

Bouw van een blad

1.Nerven 

• functie: vervoeren stoffen

2.Bladmoes

• Grootste deel van het blad
• Hierin liggen de bladgroenkorrels 

Bouw van een blad

3.Opperhuid

• bestaat uit een dunne laag cellen. 
• functie: beschermt het blad tegen uitdroging en ziekteverwekkers.
  

In de opperhuid zitten huidmondjes.

Zijn kleine openingen in het blad. 

Door deze openingen kunnen gassen het blad in en uit gaan. Bijvoorbeeld koolstofdioxide, waterdamp en zuurstof.

Huidmondjes

Fotosynthese in een plant:


……………1………….. + ………2…….……….. + ……energie…… ==> .......3........ + ………4………

Wat hoort er op plaats 1 en 4

1. 1: koolstokfdioxide 4: suiker
2. 1: koolstofdioxide 4: water
3. 1: glucose 4: zuurstof
4. 1: water 4: glucose

Wanneer doet een plant aan fotosynthese?

1. Alleen overdag
2. Alleen 's nachts
3. Overdag en 's nachts
4. Nooit

Fotosynthese vindt ALLEEN plaats in de bladgroenkorrels

Fotosynthese

Plant heeft (zon)licht nodig voor fotosynthese

Fotosynthese kan alleen in de bladgroenkorrels en overdag! 

BELANGRIJK!

energiearme stoffen: koolstofdioxide en water

energierijke stoffen: zuurstof en glucose 

Eetbare bladeren

Reservestoffen:

• Opgeslagen stoffen die een plant niet meteen nodig heeft (teveel glucose gemaakt)

Mensen eten planten voor energie

Bladgroenten kun je rauw eten of koken

Samenvatting

Je kunt de bouw van bladeren beschrijven.

Je kunt de functie van bladeren beschrijven.

(Fotosynthese)

Leerdoelen

Basisstof 7.2: 

Je kunt 3 functies van wortels beschrijven.

Je kunt 2 functies van stengels beschrijven.

Je kunt de werking van houtvaten en bastvaten beschrijven.

Je kunt beschrijven hoe planten stevigheid verkrijgen.

Het grootste gedeelte van het blad bestaat uit:

1. Hoofdnerven
2. Bladmoes
3. Vlies
4. zijnerven

bladmoes

nerf

hoofdnerf

CO2

O2

Welke 2 stoffen kan een plant maken met fotosynthese?

1. Water en glucose
2. Glucose en CO2
3. CO2 en zuurstof
4. Glucose en zuurstof

Aantekening. Pak je schrift

Bouw van wortels

Veel planten hebben een dikke hoofdwortel met zijwortels. Aan de uiteinden van de zijwortels zitten de wortelharen.

Met de wortelharen neemt een plant water en mineralen in zijn cellen op.

Komt in de hoofdwortel terecht. Vaten zijn buisjes die water met opgeloste stoffen naar alle overige delen van de plant vervoerd.

Wortels

Wortels hebben drie functies:

1.de plant stevig vastzetten in de bodem

2. water en mineralen opnemen uit de bodem

3. reservestoffen opslaan

Mensen en dieren gebruiken sommige wortels als voedsel

Stengels

Functie:  transport van stoffen en stevigheid geven aan de plant.

Het vervoer van water met opgeloste stoffen in een plant noem je transport.

Rondom de vaten liggen vezels. Vezels zorgen voor stevigheid.

Vaten 

Houtvaten

vervoeren water en mineralen vanuit de wortels naar de bladeren.

Bastvaten

vervoeren water met opgeloste suikers vanuit de bladeren naar de rest van de plant.

Stevigheid

Stevigheid kan ook ontstaan door water in de cellen.

Elke plantencel zit een vacuole met vocht. 

Die drukt de cel tegen de celwand aan. 

Door de druk van het water in de cellen wordt een plant heel stevig.

Aan de slag!

Pak je boek er bij

Ga naar 7.1.        Lees de tekst.

Maak opdracht:    1 t/m 4 en 6 t/m 10

Ga naar 7.2.       Lees de tekst.

Maak opdracht:    1, 2, 3, 5, 7

Voor de fotosynthese is water nodig.
Welke andere stof wordt verbruikt bij de fotosynthese?

1. Glucose
2. Koolstofdioxide
3. Zuurstof
4. Stikstof

Organische stoffen

Organische stoffen

Afkomstig van organismen

Bijvoorbeeld: glucose, koolhydraten, 

eiwitten, vetten en aardolie

Zit energie in!

Anorganische stoffen

Anorganische stoffen

Afkomstig uit levenloze natuur

Bijvoorbeeld: water, zuurstof,

koolstofdioxide, ijzer en zouten

Zit geen energie in!

Sommige bladeren zijn niet groen, maar wit. In zulke bladeren is geen fotosynthese mogelijk

1. waar
2. niet waar

Planten hebben wel organen. Sleep de organen naar de juiste functie 

Transport van stoffen 

Voedsel maken (fotosynthese)

water en voedingsstoffen uit de grond opnemen

Stengel

Wortel

Bladeren

In de afbeelding zijn chrysanten getekend.

Kan bij chrysanten in de bladeren fotosynthese plaatsvinden? En in de stengels? En in de wortels? En in de bloemen?

wel fotosynthese

geen fotosynthese

bladeren

stengels

wortels

bloemen