H3d 9.2..2021, sterke ww met e + a, tt, K15 WLB

Willkommen!

Wir brauchen heute:  
LessonUp.app
Arbeitsbuch D
1 / 48
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 48 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Willkommen!

Wir brauchen heute:  
LessonUp.app
Arbeitsbuch D

Slide 1 - Slide

Programm Dienstag, 9.2.2021
Wiederholen

Slide 2 - Slide

Proefwerk Kapitel 11,  10.2. 
Grammatik  1 + 2,  sterke werkwoorden met e en a in de stam

Wörterliste B  beide kanten op

Schreibecke
Lesen



Slide 3 - Slide

Deutsche Buchstaben
ß             alt gr + s

ü, ä, ö    shift "   dan  u,a of o

Ü, Ä, Ö   shift "   dan shift u, a of o

Slide 4 - Slide

ß

Slide 5 - Open question

ö

Slide 6 - Open question

Hast du schon gelernt?
ja
nein
ein bisschen

Slide 7 - Poll

Sterke werkwoorden

Slide 8 - Slide

Wat zijn de kenteken van een sterk werkwoord?

Slide 9 - Open question

Sterke werkwoorden 
met    e     in de stam

Slide 10 - Slide

Regel
Sterke werkwoorden met een "e" in de stam krijgen
bij: du, er, es , sie


Als de "e" lang klinkt e -----> ie   bijv. sehen, du siehst
Als de "e" kort klinkt e -----> i     bijv. helfen, du hilfst

Slide 11 - Slide

lesen
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
lese
liest
liest
lesen
lest
lesen

Slide 12 - Drag question

Waarom is zijn de vormen van du en er/sie/es hier hetzelfde?
(du liest, er liest)

Slide 13 - Open question

Sonderfälle
geben       ->  du gibst,  er,sie,es  gibt
nehmen   -> du nimmst,   er,sie,es nimmt
treten        -> du trittst,   er,sie,es tritt

Slide 14 - Slide

Sterke werkwoorden met e in stam t.t.


helfen


sehen


geben


nehmen


treten
ich
helf - e
seh - e
geb - e
nehm - e
tret - e
du
hilf - st
sieh - st 
gib- st
nimm - st
tritt - st
er/sie/es
hilf - t
sieh - t
gib - t
nimm - t
tritt - t
wir
helf - en
seh - en
geb - en
nehm - en
tret - en
ihr
helf - t
seh - t 
geb - t
nehm - t
tret - et
sie/Sie
helf - en
seh - en
geb - en
nehm - en
ret - en
geholfen
gesehen
gegeben
genommen
getreten

Slide 15 - Slide

sehen - du ______
A
sehst
B
sist
C
siehst

Slide 16 - Quiz

nehmen - er ______
A
nehmt
B
nimmt
C
nihmt

Slide 17 - Quiz

helfen - Ich _______ gerne.

Slide 18 - Open question

helfen - _______ du auch gerne?

Slide 19 - Open question

treten- Der Spieler _______ den Ball ins Tor.

Slide 20 - Open question

Ausnahmen
stehen          -> du stehst,  er,sie,es steht
gehen            -> du gehst,  er,sie,es geht
bewegen      -> du bewegst,  er,sie,es bewegt

Slide 21 - Slide

Sterke werkwoorden 
met    a     in de stam

Slide 22 - Slide

Regel
Sterke werkwoorden met een "a" in de stam krijgen
bij: du, er, es , sie


 a -----> ä   

bijv. tragen, du trägst

Slide 23 - Slide

Sterke werkwoorden met a in stam t.t.


fallen


lassen


halten


laufen


stoßen
ich
fall - e
lass - e
halt - e
lauf - e
stoß - e
du
fäll  - st
läss - st 
hält- st
läuf - st
stöß - st
er/sie/es
fäll  - t
läss - t
hält
läuf - t
stöß - t
wir
fall  - en
lass - en
halt - en
lauf - en
stoß - en
ihr
fall  - t
lass - t 
halt - t
lauf - t
stoß - et
sie/Sie
fall  - en
lass - en
halt- en
lauf- en
stoß - en
gefallen
gelassen
gehalten
gelaufen
gestoßen

Slide 24 - Slide

tragen
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
trage
trägt
trägst
tragen
tragt
tragen

Slide 25 - Drag question

lassen - _______ du mich abschreiben?
A
Lässt
B
Lasst
C
Lesst

Slide 26 - Quiz

tragen - Wer _______ meinen Koffer?
A
tragt
B
trägt
C
trahgt

Slide 27 - Quiz

laufen - Der Schüler _______ durch die Sporthalle?

Slide 28 - Open question

stoßen - Der Spieler _______ den Ball ins Tor.

Slide 29 - Open question

Arbeitsbuch D
Seite 80, 17.5

Nur die Fragen!         Aufschreiben!    Ins Heft oder auf Papier!
10 Minuten !     Wer fertig ist:  Lern die Wörterliste B

Slide 30 - Slide

Wörterliste B

Slide 31 - Slide

de behoefte
de blessure
de koorts
het onderzoek
de toestand
de behandeling
die Behandlung
die Untersuchung
die Verletzung
das Bedürfnis
der Zustand
das Fieber

Slide 32 - Drag question

(behindert) Wat is dat in het Duits?

Slide 33 - Open question

beruhigen

Slide 34 - Open question

krank werden

Slide 35 - Open question

fast

Slide 36 - Open question

pflegen

Slide 37 - Open question

entfernen

Slide 38 - Open question

Schreibecke

Slide 39 - Slide

Schrijf dat je alleen thuis rond te hangen behoorlijk saai vindt.

Slide 40 - Open question

Viel Erfolg in der Prüfungswoche!

Slide 41 - Slide

Schrijf dat je verkouden bent.

Slide 42 - Open question

Schrijf dat je je beroerd voelt.

Slide 43 - Open question

Schrijf dat je vader je naar de dokter heeft gestuurd.

Slide 44 - Open question

Klikt auf den Link.
Guckt den Film.
Beantwortet die Fragen unten dran.

Slide 45 - Slide

Slide 46 - Link

Klasse!
Ihr kennt die voltooid deelwoorden.
Ihr könnt eine Telenovela verstehen.

Slide 47 - Slide

Hausaufgaben für Dienstag, 9.2.
   
Machen:  Kapitel 15, 10.1 chromebook
                     
Staat in planning van methode!
volgede week ->  herhalen             

Slide 48 - Slide