EHBO les 1

EHBO

1 / 39
next
Slide 1: Slide
VerzorgingEHBOMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 39 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

EHBO

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

planning komende weken:
week 1: introductie EHBO, aftekenlijst,  rautek
week 2: stabiele zijligging, soorten verbandmiddelen, pleisters, besmetting
week 3: bloeding stelpen, kneuzingen en ontwrichtingen, verband aanleggen.
week 4: fracturen
week 5:  vergiftigingen, verstikking
week 6: brandwonden, oog, neus en oor
week 7: shock, flauwvallen, verdrinking
week 8 cva, fast test, oefenen toets
week 9 toets: theorie en praktijk

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Doel van deze les:

* Ik kan uitleggen wat EHBO betekent.

*Ik kan vertellen wat de 5 stappen van EHBO zijn.


* Ik weet hoe ik hulp kan regelen.

* Ik kan 5 accessoires vertellen die in een EHBO koffer zitten


Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Slide 4 - Video

This item has no instructions

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

EHBO: EHBO staat voor "Eerste Hulp Bij Ongelukken" of soms "Eerste Hulp Bij Ongevallen". 

Hoe verschilt EHBO van medische zorg?
EHBO verschilt van professionele medische zorg in meerdere belangrijke opzichten:
Directheid: EHBO wordt onmiddellijk geleverd op de plaats van het ongeval, 
Complexiteit: EHBO-behandelingen zijn relatief eenvoudig en richten zich op het stabiliseren van het slachtoffer tot professionele hulp beschikbaar is. 

Waar kan ik een EHBO-cursus volgen?
EHBO-cursussen worden vaak aangeboden door nationale gezondheidsorganisaties, gemeenschapscentra, en soms door werkgevers. 


Slide 6 - Slide

This item has no instructions

EHBO basis regels
  1. Let op gevaar
  2. Ga na wat er is gebeurd en daarna wat het slachtoffer mankeert
  3. Stel het slachtoffer gerust en zorg voor beschutting
  4. Zorg voor professionele hulp
  5. Help het slachtoffer op de plaats waar hij zit of ligt

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

De inhoud van de koffer

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

EHBO kit voor op reis:

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Wat vraagt de Meldkamer?
  • Wie heb je nodig?
  • Waar ben je?
  • Wat is er gebeurd?
  • Wie is er gewond?


Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Een Automatische Externe Defibrillator (AED)

een draagbaar apparaat dat het hartritme weer kan herstellen bij een hartstilstand. Dit gebeurt door het geven van een elektrische schok.

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Rautek greep: les 8

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Rautekgreep 
Wanneer passen we de Rautekgreep toe?
  

Waarom passen we de Rautekgreep toe?



Filmpje - Youtube



Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Slide 14 - Video

This item has no instructions

Slide 15 - Video

This item has no instructions

wanneer de rautekgreep
De regel is:
Help het slachtoffer op de plaast van ongeval.

Soms kan dit niet

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Oefenen
- Maak een tweetal (evt. één drietal)

- Stap voor stap doornemen


           
      

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Slide 18 - Video

This item has no instructions

Rautekgreep               
1. Zit gebukt achter de linkerschouder van het slachtoffer.
2. Plaats vervolgens je rechtervoet achter het hoofd.
3. Schuif je handen in de oksels en trek het slachtoffer in één keer omhoog. Dit terwijl je je eigen lichaam ondersteunt.
4. Duw je armen nu ook onder de oksels door.
5. Beweeg een onderarm van het slachtoffer op zo’n manier dat deze horizontaal komt te liggen voor de borst.6. Plaats je handen onder de onderarm van het slachtoffer en houd deze dicht tegen je aan.
Tot hier oefenen!!
7. Hef het slachtoffer op met een rechte rug
8. Ga vervolgens naar een veilige plaats
9. Leg het slachtoffer uiterst voorzichtig neer met ondersteuning van het hoofd


Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Wat moet je kunnen
  • De leerlingen weten wanneer zij de rautekgreep uit moeten voeren. (En wanneer zeker niet.)
  • De leerlingen kunnen de rautekgreep uitvoeren vanaf de grond.
  • De leerlingen kunnen de rautekgreep uitvoeren vanaf een stoel.

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Even herhalen.....


Pak je telefoon, het is quiz-tijd.

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Waar staat de afkorting EHBO voor?
A
Eerst helpen, blijf kalm.
B
Eerste hulp bij onder uitgaan.
C
Eerste hulp bij oproepen.
D
Eerste hulp bij ongevallen.

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

Er zijn vier stappen in de ehbo:
a. alarmeren, b. ehbo verlenen,
c. veiligheid, d. slachtoffer.
Wat is de juiste volgorde?
A
a - b - c - d
B
a - b - d - c
C
c - d - a - b
D
c - d - b - a

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

Wie verleent EHBO?
A
Iedereen
B
De dokters in het ziekenhuis
C
Politie, brandweer en ambulance
D
Alleen mensen met een EHBO-diploma

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

Hoeveel belangrijke punten zijn er bij EHBO?
A
6
B
5
C
4
D
3

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions

welke basisregel van de EHBO is juist
A
verplaats het slachtoffer
B
let op gevaar
C
bel de conciërge
D
zorg voor de omstanders

Slide 26 - Quiz

This item has no instructions

Welk punt is 1 van de basisregels van EHBO
A
Koel het slachtoffer door koud water op zijn gezicht te deppen
B
verwijder kleding en sieraden van het slachtoffer
C
stel het slachtoffer gerust
D
blijf het slachtoffer aanspreken totdat hij bij bewustzijn komt

Slide 27 - Quiz

This item has no instructions

Iemand is gewond en je bent in Frankrijk. Welk nummer moet je bellen?
A
119
B
999
C
211
D
112

Slide 28 - Quiz

In heel Europa kun je naar 112 bellen!
Kan je altijd 112 bellen?
A
Nee, ik moet beltegoed hebben.
B
Nee, ik moet een SIM-kaart hebben
C
Nee, ik moet beltegoed + een SIM-kaart hebben
D
Ja, ik kan ALTIJD 112 bellen (met batterij)

Slide 29 - Quiz

This item has no instructions

Er is een ongeluk gebeurd. De airbags zijn niet open gegaan. Wat is goed?
A
Pas op, de airbags kunnen nog open gaan!
B
De airbags kunnen nu niet meer open gaan.

Slide 30 - Quiz

Pas op, de airbags kunnen altijd later nog bij een auto open gaan! Dit gebeurt niet altijd meteen tijdens het ongeluk.
Een man is van zijn ladder afgevallen. Hij ligt met pijn en een beetje bloed op de grond. De ladder kan om gaan vallen. Wat doe je eerst?
A
112 bellen
B
Het bloed weg vegen
C
De ladder pakken en veilig weg zetten
D
De man laten zitten op een stoel

Slide 31 - Quiz

Als eerste moet je zorgen voor de veiligheid. De ladder is niet veilig en daarom moet je die eerst weg zetten. Anders kan deze op de man of op jou vallen tijdens het geven van de hulp. Kijk daarna of het nodig is om 112 te bellen. Als dat niet hoeft, dan verzorg je de man zelf.
Je gaat naar binnen bij jouw buurvrouw en zij ligt stil op de grond. Je schudt aan haar schouders, je roept maar ze reageert nergens op. Wat doe je als eerst?
A
Ademhaling controleren
B
112 (laten) bellen
C
Starten met reanimatie
D
Een kussen onder het hoofd leggen

Slide 32 - Quiz

Als iemand niet reageert, dan moet je meteen 112 (laten) bellen! Roep ook hard om hulp, zodat mensen je mogelijk horen en kunnen komen helpen. Controleer nu de ademhaling. Ademt ze niet, start dan zelf met de reanimatie. Dat zullen de mensen van 112 ook stap voor stap vertellen. 
Kijk naar het plaatje. Iemand ligt bewusteloos op de grond.
Wat moet je doen?
A
op veilige afstand wachten en kijken
B
112 bellen
C
mijn handen wassen met zeep
D
de persoon naar binnen tillen/verplaatsen

Slide 33 - Quiz

Je ziet dat iemand niet reageert en je ziet dat het een ongeluk is. Dan moet je meteen 112 bellen! Verplaatsen mag niet, de situatie is niet onveilig want de auto staat stil. Je hebt geen tijd om je handen te wassen en je moet meteen helpen/iets doen, dus wachten en kijken heeft ook geen zin.
Mark is met de fiets gevallen op de grond. Hij heeft een schaafwond. Wat moet je eerst doen?
A
een pleister op de wond plakken
B
De wond onder lauw stromend water houden
C
Jodium/dettol/... erop doen
D
Een verband er omheen

Slide 34 - Quiz

Altijd eerst de wond schoon spoelen. Daarna maak je de omgeving van de wond voorzichtig droog en als het nodig is, dan kan er een verbande op met een gaas eronder zodat het niet vast plakt. Het is beter om de wond aan de lucht te laten drogen. Let erop dat je werkt met handschoenen i.v.m. infecties.
Wat is NIET WAAR over brandwonden?
A
Je moet 10-20 minuten koelen met lauw water.
B
Een plastic zakje op de wond helpt voor de pijn
C
Je moet de sieraden afdoen als dat kan
D
Je moet 10-20 minuten koelen met ijs.

Slide 35 - Quiz

This item has no instructions

Ben is gevallen in de tuin. Hij kan niet opstaan en zijn been ziet er raar uit (de verkeerde kant op). Wat zal het zijn?
A
Gebroken
B
Gekneusd
C
Geschaafd (kapotte huid)
D
Een bloeding (bloed van binnen)

Slide 36 - Quiz

Als iets een verkeerde kant op staat en iemand kan het niet bewegen of er op leunen, dan is het vaak gebroken. Beweeg iemand niet! Bel eerst naar de huisarts/huisartsenpost en vraag wat je moet doen.
Wat moet je NIET DOEN als een voet misschien gekneusd of gebroken is?
A
De pijnlijke voet van de ander bewegen
B
Koelen met ijs (met een doek er tussen)
C
De schoen aan de voet laten zitten (niet uit doen!)
D
Zelf laten proberen om de voet te bewegen.

Slide 37 - Quiz

This item has no instructions

Mohammad verslikt zich in een nootje. Zijn vriend probeert hem te laten hoesten, maar dat lukt niet. Wat doe je dan?
A
112 bellen
B
5 stoten op de rug geven
C
5 buikstoten geven
D
water laten drinken

Slide 38 - Quiz

Als hoesten niet helpt, geef dan eerst 5 stoten (slaande beweging van onder naar boven tussen de schouderbladen) op de rug. Werkt dat ook niet, dan doe je buikstoten (ook wel bekend als de greep van Heimlich). Als het dan nog steeds niet werkt, dan moet je meteen 112 bellen. 
Einde quiz!

Slide 39 - Slide

This item has no instructions