De evolutietheorie van Charles Darwin

• Biologie
• Basisschool
• Groep 8

De evolutietheorie van Charles Darwin 

Leerdoelen

• Aan het einde van de les kun je uitleggen waarom de meeste planten en dieren meer nakomelingen krijgen dan er kunnen overleven
• Aan het einde van de les kun je de zin 'strijd om te overleven' uitleggen
• Aan het einde van de les kun je verschillen tussen nakomelingen binnen dezelfde soort beschrijven
• Aan het einde van de les kun je de evolutietheorie uitleggen

Wat kun je vertellen over Charles Darwin?

woordenschat

• nakomelingen: jonge planten en jonge dieren;  kinderen zijn nakomelingen van hun ouders
• soort: groep planten of dieren die op elkaar lijken en samen nakomelingen kunnen krijgen
• variatie: kleine verschillen tussen levende wezens van dezelfde soort
•  natuurlijke selectie: Darwins theorie dat levende wezens  die beter zijn aangepast aan hun omgeving, vaker overleven en meer nakomelingen krijgen (met evolutie als gevolg)
• evolutie: een plant of dier past zich langzaam aan aan zijn omgeving, zodat hij beter past in zijn omgeving en beter kan overleven

Wat weet je al over de evolutietheorie?

• Planten en dieren krijgen meer nakomelingen dan er kunnen overleven
• Er ontstaat een 'strijd om te overleven' 
• Voedsel, water, zonlicht en bescherming zijn belangrijke middelen om te overleven

de nakomelingen

• Binnen dezelfde soort zijn er veel verschillen  (variatie; spontane foutjes tijdens de ontwikkeling van plant of dier)
• Deze variatie is belangrijk voor evolutie
• Nakomelingen erven kenmerken van hun ouders, maar met kleine verschillen

Aanpassen aan de omgeving

• planten en dieren veranderen om beter te overleven in hun omgeving
• planten en dieren die goed zijn aangepast, hebben meer kans om te overleven
• Aanpassing kan er zelfs voor zorgen dat er nieuwe soorten ontstaan

Het ontstaan van nieuwe soorten door evolutie

• Evolutie is het proces waarbij soorten veranderen over de tijd
• Charles Darwin en Alfred Russel Wallace ontwikkelden de evolutietheorie
• Natuurlijke selectie: planten en dieren die beter zijn aangepast aan hun omgeving kunnen vaker overleven en meer nakomelingen krijgen en kunnen evolueren.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.