11.1 en 11.2 [herhalingsles 19-jan]

Binnen = beginnen
Laptop pakken
lesson up

1 / 48
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 2

This lesson contains 48 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Binnen = beginnen
Laptop pakken
lesson up

Slide 1 - Slide

Leerdoelen 11.1 Man en vrouw
- Je kent de onderdelen en functies van het voortplantingsorgaan van de man.
- Je kunt in je eigen woorden vertellen wanneer de zaadballen zaadcellen gaan maken
- Je kent de weg die de zaadcellen afleggen
- Je kunt in je eigen woorden vertellen waardoor en wanneer er in de eierstokken eicellen gaan rijpen
- Je kent de verschillende stappen van een eisprong
- Je kent de verschillende fases van de menstruatiecyclus, zie bron 7
- Je kunt uitleggen wat er tijdens de menstruatie gebeurt
- (HAVO) Je kunt uitleggen welke hormonen betrokken zijn bij de menstruatiecyclus 

Slide 2 - Slide

Puberteit
  • In zaadballen ontstaan zaadcellen
  • Bijballen slaan deze op
  • Bij een zaadlozing vervoert de zaadleider zaadcellen
  • Zaadblaasjes en prostaat voegen vocht toe. 
Voortplantingscellen man = zaadcellen
Voortplantingscellen vrouw
eicellen
* een jongen is vruchtbaar vanaf zijn eerste zaadlozing

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Geslachtsorgaan man
Ken je alle onderdelen?
1 = 
2 = 
3 = 
4 = 
5 = 
6 = 
7 = 
8 = 
9 = 

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Link

Wat is sperma?

- Je kunt de onderdelen van een zaadcel benoemen en hun functie uitleggen

Slide 7 - Slide

Kopieer de link hieronder en maak de opdracht. Maak van je score een foto en lever deze hier in.

https://biologiepagina.nl/Oefeningen/Voortplanting/man.htm

Slide 8 - Open question

Slide 9 - Slide

Kopieer de link hieronder en maak de opdracht. Maak van je score een foto en lever deze hier in.

https://biologiepagina.nl/Oefeningen/Voortplanting/vrouw.htm

Slide 10 - Open question

Leerdoelen 11.1 Man en vrouw
- Je kent de onderdelen en functies van het voortplantingsorgaan van de man.
- Je kunt in je eigen woorden vertellen wanneer de zaadballen zaadcellen gaan maken
- Je kent de weg die de zaadcellen afleggen
- Je kunt in je eigen woorden vertellen waardoor en wanneer er in de eierstokken eicellen gaan rijpen
- Je kent de verschillende stappen van een eisprong
- Je kent de verschillende fases van de menstruatiecyclus, zie bron 7
- Je kunt uitleggen wat er tijdens de menstruatie gebeurt
- Je kunt uitleggen welke hormonen betrokken zijn bij de menstruatiecyclus 

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Link

Puberteit
  • In de eierstokken liggen (onrijpe) eicellen
  • De eileider vervoert eicellen naar de baarmoeder
  • Een eicel rijpt in een follikel in een eierstok. Na ongeveer 2 weken is die rijp, barst deze uit de follikel en komt in de eileider.                  = ovulatie         
  • * een meisje is vruchtbaar als haar eicellen gaan rijpen

Slide 13 - Slide

0

Slide 14 - Video

Een cyclus duurt ongeveer 28 dagen..
Menstruatie dus ook om de 28 dagen

Gebeurtenissen tijdens menstruatiecyclus:
1. menstruatie
2. eicel rijpt
3. baarmoederslijmvlies groeit
4. eisprong


Tijdens de menstruatie wordt het verdikte deel van het baarmoederslijmvlies afgestoten.

Slide 15 - Slide

In één plaatje





Slide 16 - Slide

Beschrijf in 4 stappen wat er tijdens
de menstruatiecyclus gebeurt
met een eicel (geen bevruchting)
timer
2:00

Slide 17 - Open question

Beschrijf in 4 stappen wat er tijdens
de menstruatiecyclus gebeurt
met de baarmoeder (geen bevruchting)
timer
2:00

Slide 18 - Open question

(HAVO) Hormonen en menstruatiecyclus
Menstruatiecyclus wordt geregeld door hormonen uit de hypofyse 
en de hormonen progesteron en oestrogeen.

  • Hypofysehormoon     -> zorgen dat de follikel gaat groeien

  • Oestrogeen                -> wordt gemaakt door follikel vooral vóór ovulatie
(baarmoederslijmvlies wordt daardoor dikker en ovulatie vindt plaats)

  • Progesteron               -> wordt gemaakt door lege follikel na de ovulatie. 
Zorgt ervoor dat baarmoederslijmvlies dik en goed doorbloed blijft.

Slide 19 - Slide

Waar zorgt oestrogeen voor?
Waar zorgt progesteron voor?

Slide 20 - Slide

Bij de geboorte van een meisje zijn alle eicellen al aanwezig in de eierstokken
A
waar
B
niet waar

Slide 21 - Quiz

Sperma bestaat uit:
A
zaadcellen
B
zaadcellen en een beetje urine
C
zaadcellen en vocht
D
zaadcellen en slijm

Slide 22 - Quiz

Op welke dag vindt meestal de eisprong plaats tijdens de menstruatiecyclus
A
13
B
14
C
15
D
16

Slide 23 - Quiz

Menstruatiecyclus: Hoe lang blijft een eicel bevruchtbaar?
A
14 dagen
B
28 dagen
C
12 - 24 uur
D
0 - 12 uur

Slide 24 - Quiz

1. Op dag 1 van de menstruatie cyclus begint de menstruatie
2. Op dag 1 van de menstruatie begint een eicel te rijpen
A
1 is waar
B
2 is waar
C
1 en 2 zijn waar
D
1 en 2 zijn niet waar

Slide 25 - Quiz

Welke functie heeft het baarmoederslijmvlies ?
A
Zorgt ervoor dat een meisje ongesteld wordt
B
Heeft geen functie
C
Zorgt ervoor dat een bevruchte eicel kan innestelen
D
Zorgt ervoor dat de hypofyse geslachtshormonen gaat afgeven

Slide 26 - Quiz

Leerdoelen 11.2 Bevruchting
- Je kunt uitleggen welke weg een zaadcel aflegt voordat hij bij een eicel komt
- Je kunt uitleggen hoe de bevruchting in zijn werk gaat
- Je kent de verschillende fases na een bevruchting, zie bron 4
- Je kunt de werking van een condoom, de pil, anticonceptiepleister/staafje, spiraaltje en sterilisatie uitleggen
- Je kunt uitleggen wat een morning-afterpil is
- Je kunt uitleggen wat een abortus is

Slide 27 - Slide

Bevruchting
Wanneer de kernen met elkaar versmelten !

Slide 28 - Slide

Daarna...
Bevruchte eicel gaat delen, dit gebeurt al in de eileider

Bolletje cellen komt aan in de baarmoeder na 4/5 dagen

Innesteling: bolletje cellen zet zich vast in het baarmoederslijmvlies

Slide 29 - Slide

Zwangerschap voorkomen
Condoom - voorkomt dat zaadcellen bij de eicel komen. Beschermt ook tegen SOA's.
Pil, anticonceptiepleister/ hormoonstaafje - voorkomt dat de eicel rijpt en voorkomt ovulatie. 
Spiraaltje - voorkomt innesteling van het embryo
Sterilisatie - eileiders of zaadleiders doorgesneden

Slide 30 - Slide

Onbetrouwbare methoden
Coitus interruptus - trekt de man zijn penis terug uit de vagina voordat hij klaarkomt. 

Periodieke onthouding - heeft het stel geen geslachtsgemeenschap tijdens de vruchtbare periode. 

Slide 31 - Slide

Wat is de juiste weg die spermacellen afleggen tijdens de zaadlozing
A
bijbal - zaadleider -zaadblaasje - urineleider
B
zaadbal - zaadleider - urineleider
C
zaadbal - bijbal - zaadleider - prostaat - urineleider
D
bijbal - zaadleider - urineleider

Slide 32 - Quiz

Bij de geboorte van een meisje zijn alle eicellen al aanwezig in de eierstokken
A
waar
B
niet waar

Slide 33 - Quiz

Sperma bestaat uit:
A
zaadcellen
B
zaadcellen en een beetje urine
C
zaadcellen en vocht
D
zaadcellen en slijm

Slide 34 - Quiz

Op welke dag vindt meestal de eisprong plaats tijdens de menstruatiecyclus
A
13
B
14
C
15
D
16

Slide 35 - Quiz

Menstruatiecyclus: Hoe lang blijft een eicel bevruchtbaar?
A
14 dagen
B
28 dagen
C
12 - 24 uur
D
0 - 12 uur

Slide 36 - Quiz

Eileider
Eierstok
Trechter
Baarmoeder
Clitoris
Binnenste schaamlip
Buitenste schaamlip
Vagina

Slide 37 - Drag question

1. Op dag 1 van de menstruatie cyclus begint de menstruatie
2. Op dag 1 van de menstruatie begint een eicel te rijpen
A
1 is waar
B
2 is waar
C
1 en 2 zijn waar
D
1 en 2 zijn niet waar

Slide 38 - Quiz

Welke functie heeft het baarmoederslijmvlies ?
A
Zorgt ervoor dat een meisje ongesteld wordt
B
Heeft geen functie
C
Zorgt ervoor dat een bevruchte eicel kan innestelen
D
Zorgt ervoor dat de hypofyse geslachtshormonen gaat afgeven

Slide 39 - Quiz

Wat is de juiste weg die spermacellen afleggen tijdens de zaadlozing
A
bijbal - zaadleider -zaadblaasje - urineleider
B
zaadbal - zaadleider - urineleider
C
zaadbal - bijbal - zaadleider - prostaat - urineleider
D
bijbal - zaadleider - urineleider

Slide 40 - Quiz

Zaadleider
Urineblaas
Zaadblaasje
Prostaat
Zwellichaam
Penis
Bijbal
Zaadbal
Balzak
Urinebuis
Eikel
Voorhuid

Slide 41 - Drag question

Hieronder lees je drie omschrijvingen. Om welke organen gaat het?
Schrijf a t/m c op en schrijf daarna meteen de juiste naam erbij.

a In dit orgaan zitten de onrijpe eicellen.
b Dit orgaan maakt hormonen die regelen dat eicellen rijp worden.
c In dit orgaan worden de zaadcellen opgeslagen.

Slide 42 - Open question

Stijn zegt: ‘De rijpe eicel blijft in de eierstokken wachten op een zaadcel.’
Heeft Stijn gelijk? Leg je antwoord uit.

Slide 43 - Open question

Bij een buitenbaarmoederlijke zwangerschap nestelt de bevruchte eicel zich op een andere plek in dan in de baarmoeder, bijvoorbeeld in de eileiders.
Soms worden vrouwen die een spiraaltje hebben toch zwanger. Bij deze vrouwen is de kans op een buitenbaarmoederlijke zwangerschap groot. Wat kan de oorzaak hiervoor zijn? Geef een mogelijke verklaring.

Slide 44 - Open question

In welke week is de hoeveelheid oestrogeen het hoogste? Schrijf de letter van de week op. Leg je antwoord uit.

Slide 45 - Open question

Leg uit wat coitus interruptus is en waarom het niet veilig is

Slide 46 - Open question

Leg uit wat periodieke onthouding is en waarom het niet veilig is

Slide 47 - Open question

Frits en Fien (beiden 17 jaar) hebben 2 dagen nadat Fien ongesteld is geweest onveilige seks. Fien bedenkt dat zo kort na haar menstruatie ze sowieso niet zwanger kan raken. Heeft ze gelijk? Waarom wel/niet?

Slide 48 - Open question