3T - Oefentoets Theme 5

• Engels
• Middelbare school
• vmbo g, t
• Leerjaar 3

Hello everyone!

Today:

1. Oefentoets in LessonUp

2. Leren voor woensdag

Goal: Na deze LessonUp weet je wat je van de toets kunt verwachten

Grammar

The future:

Wat zijn de regels ook alweer?

Je gebruikt 'will + hele werkwoord' bij:

1. Voorspelling met bewijs
2. Voorspelling zonder bewijs
3. Tijdens volgens een schema
4. Plannen in de toekomst

Je gebruikt de 'present simple' bij:
(bijvoorbeeld: leave - leaves)

1. Tijden volgens een schema
2. Voorspelling met bewijs
3. Afspraken, tijd is al bepaald
4. Belofte

Je gebruikt 'am/is/are + going to + hele werkwoord' bij:

1. Voorspelling met bewijs
2. Voorspelling zonder bewijs
3. Belofte
4. Afspraken, tijd/plaats is al bepaald

Je gebruikt de 'present continuous' bij":
(am/is/are + werkwoord+ing)

1. Voorspelling zonder bewijs
2. Tijden volgens een schema
3. Afspraak, tijd/plaats is al bepaald
4. Belofte

Grammar

The future:

Kies het juiste stuk om de zin af te maken. 

Lees de zin goed. 

Vaak staan er hints in zodat je weet welke je moet kiezen.

You see someone with their hands full. You say: "I .... the door for you."

1. am going to open
2. will open
3. open
4. am opening

Your friend wants to know how long he has to wait for the train. You say:
"It .... at 4 o'clock."

1. is going to leave
2. will leave
3. leaves
4. is leaving

Je hebt met je broertje afgesproken dat jullie vanavond een film gaan kijken. "We .... a movie tonight."

1. will watch
2. are going to watch
3. are watching
4. watch

Je bent van plan om deze zomer te gaan werken:
I ...... this summer.

1. will work
2. am going to work
3. am working
4. work

Grammar

Vul in:

like of as

She looks exactly ....her brother.

1. like
2. as

She speaks ...they do in Britain.

1. like
2. as

James isn't as healthy ....he used to be.

1. like
2. as

Grammar

Articles:

Kies voor elke zin of er wel of niet het woordje 'the' in de zin moet staan.

My teacher says ... both countries were part of the British Empire

1. x
2. the

All ... people should learn to laugh at themselves

1. x
2. the

My grandfather once saw ... Queen Elizabeth when he was in England

1. x
2. the

My uncle visited ... Bahamas last year.

1. x
2. the

Tony's brother works as a security guard at ... airport

1. x
2. the

Stones

Vertaal de volgende zinnen naar het Engels.

In het weekend zullen ze een barbecue organiseren.