Exercice 4d
Lees bron B op blz. 133 van je tekstboek helemaal. Kruis de zinnen aan die waar zijn.
1. Het is tien graden in Scandinavië.
2. In Nederland kan er geschaatst worden.
3. In Italië en Spanje is het slecht weer.
4. In Zuid-Europa is de minimum temperatuur zes graden.
5. Bijna in heel Frankrijk regent het.
6. In Zuid-Frankrijk is weinig wind.