4.2 Keizers, koningen en heren

4.2 Keizers, koningen, heren
1 / 29
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

4.2 Keizers, koningen, heren

Slide 1 - Slide

De middeleeuwen loopt van...
A
400 - 1500
B
400 - 1000
C
500 - 1500
D
500 - 1000

Slide 2 - Quiz

Waarom gingen mensen op een domein wonen?

Slide 3 - Open question

Een domein is Economisch systeem waarbij een heer de horigen in zijn gebied beschermde, in ruil voor herendiensten en een deel van de opbrengst van het land.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 4 - Quiz

Horigen
A
Boeren met een eigen stukje land
B
Boeren die wonen en werken op land heer

Slide 5 - Quiz

Herendiensten zijn klusjes die een vrije boer moest doen voor de heer
A
Juist
B
Onjuist

Slide 6 - Quiz

4.2 Keizers, koningen, heren

  • Je kunt beschrijven hoe het Frankische Rijk ontstond.

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Frankische Rijk
  • Germaans volk
  • Eind 5e eeuw --> Koning Clovis weet alle Franken te verenigen 
  • Clovis verovert bijna heel Frankrijk 
  • Vanaf dat moment (rond 500) --> Frankische Rijk 

Slide 9 - Slide

Waardoor werd Clovis machtig?
  • Goede legerleider --> wist veel vijanden te verslaan
  • Was christelijk en werkte samen met de paus in Rome 
  • De kerk kon Clovis helpen bij het bestuur
  • Clovis kon de kerk helpen bij uitbreiden macht 

  • Zo kreeg de kerk en de Frankische koningen meer macht

Slide 10 - Slide

Hoogtepunt Frankische Rijk
  • Rond 800 n.C. 
  • Franken toen geleid door Karel de Grote 
  • Werd tot keizer gekroond nadat hij de paus had geholpen 
  • Karel breidde zijn rijk toen nog verder uit 

  • Daar komt zijn bijnaam ook vandaan... 

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Frankische Rijk 

Het rijk van het Germaanse volk van de Franken, dat belangrijk was van de 6e tot en met de 9e eeuw.

Slide 14 - Slide

Clovis was de eerste Frankische koning die zich bekeerde tot het christendom
A
Juist
B
Onjuist

Slide 15 - Quiz

Clovis werd machtig doordat...
A
Hij een goede legerleider was
B
Hij een goede relatie had met de kerk
C
A + B zijn juist

Slide 16 - Quiz

Clovis is benoemd tot keizer
A
Juist
B
Onjuist

Slide 17 - Quiz

Ten tijde van Karel de Grote was het Frankische Rijk op zijn hoogte punt
A
Juist
B
Onjuist

Slide 18 - Quiz

  • Je kunt uitleggen hoe het leenstelsel werkte.

Slide 19 - Slide

Leenstelsel:
= Systeem waarbij een heer stukken land aan leenmannen uitleende, in ruil voor hun trouw en steun.


Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Leenstelsel
Leenstelsel

Slide 22 - Slide

Waarom was het leenstelsel nodig?
  • Karel de Grote (en voorgangers) hadden leger nodig om grote gebieden te veroveren
  • Er was geen geld om soldaten te kunnen huren
  • Koningen kwamen aan soldaten door aan machtige mannen te vragen of ze de koning wilde steunen in tijden van oorlog, in ruil voor een stukje land. 

Slide 23 - Slide

Leenmannen
  • De mannen die de koning soldaten leverden kregen van de koning een stuk land in leen (> leenmannen)

  • Zij besturen dit stuk land
  • Moesten wel absolute trouw zweren aan leenheer (= Iemand die stukken land uitleende aan leenmannen in ruil voor hun trouw en steun)

Slide 24 - Slide

Achterleenmannen
  • De leenmannen beloonde zijn soldaten (ridders) ook door stuk grond te geven --> achterleenmannen van de koning

  • De leenmannen + achterleenmannen vormen de adel
    (= Groep van mensen die verdedigen en besturen, die de baas zijn over domein(en) en die een titel hebben: bijvoorbeeld graaf of hertog)

Slide 25 - Slide

  • Je kunt uitleggen welk gevolg het leenstelsel had voor het bestuur in Europa.

Slide 26 - Slide

Verandering na Karel de Grote
  • KdG dood in 814
  • Frankische Rijk viel uiteen door Frankische recht
  • Bestuur verzwakt = gevolg van leenstelsel
  • Waarom zou het leenstelsel het bestuur verzwakken?

  • Aanvallen van buitenaf --> Vikingen, Hongaren

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Zelfstandig aan het werk
Maak de opgaves van paragraaf 4.2 

Slide 29 - Slide