3 VBP stijlfiguren 2

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

3 VBP stijlfiguren 2

Schrijven is de kunst van het schrappen.

1. Antithese
2. Paradox
3. Chiasme
4. Litotes

Dat vind ik geen verkeerd plan.

1. Antithese
2. Paradox
3. Chiasme
4. Litotes

Ik blijf je trouw in goede en slechte dagen, in armoede en rijkdom, in ziekte en gezondheid.

1. Antithese
2. Paradox
3. Chiasme
4. Litotes

‘Je kletst me de oren van het hoofd’, zei de leraar tegen het verlegen meisje.

1. Ironie
2. Sarcasme
3. Cynisme

Je moet niet leven om te eten, maar eten om te leven.

1. Antithese
2. Paradox
3. Chiasme
4. Litotesw

Wil je ziek worden?

1. Antithese
2. Retorische vraag
3. Understatement
4. Anitclimax

Dat is niet onwaarschijnlijk.

1. Hyperbool
2. Eufemisme
3. Understatment
4. Litotes

Een paradox is een

1. schijnbare tegenspraak
2. tegenstelling
3. herhaling
4. antithese

Deze stijlfiguur gebruik je om minder hard over te komen.

Deze stijlfiguur gebruik je om iets af te zwakken.

Deze stijlfiguur gebruik je als je overdrijft.

Dit is een vorm van een understatement, waarbij je het tegenovergestelde ontkent.

Hyberbool

Eufemisme

Litotes

Understatement

Soms zijn je vrienden een groter gevaar dan je vijanden.

1. paradox
2. ironie
3. antithese
4. anafoor

Mijn tante heeft voor één ochtend in de week een interieurverzorgster.

1. Eufemisme
2. Understatement
3. Litotes
4. Hyperbool

Hij heeft geen klap uitgevoerd voor de proefwerkweek.

1. Eufemisme
2. Understatement
3. Litotes
4. Hyperbool

Het was een groots cadeau, nou ja, een groot cadeau, nou ja, een aardig cadeautje

1. tricolon
2. climax
3. anticlimax
4. repetitio

Dames en heren, jongens en meisjes

1. climax
2. paradox
3. anticlimax
4. chiasme

Je hebt mensen en mensen.

1. Paradox
2. Anticlimax
3. Repititio
4. Tricolon

"Ik kwam, ik zag, ik overwon." - Julius Caesar.

1. anafoor
2. climax
3. repetitio
4. tricolon

Welk stijlfiguur is: Denkend aan de dood kan ik niet slapen,
En niet slapend denk ik aan de dood

1. eufemisme
2. chiasme
3. hyperbool
4. ironie

Die poolreizigers zullen het wel frisjes hebben.

1. Eufemisme
2. Understatement
3. Hyperbool
4. Litotes

Die film is echt om je dood te lachen.

1. Eufemisme
2. Understatement
3. Hyperbool
4. Litotes

‘Dacht je echt dat hij wel iets kan?’

1. Ironie
2. Sarcasme
3. Cysnisme

Hebben wij dat niet allemaal wel eens gewild?

1. Paradox
2. Antithese
3. Retorische vraag
4. Litotes

‘Goh, je meent het’, als je de ander niet serieus neemt.

1. Ironie
2. Sarcasme
3. Cynisme

De ANWB meldde dat de gipsvluchten het dit jaar weer goed hadden gedaan.

1. Ironie
2. Sarcasme
3. Cynisme