2BCD 4.3 De man

Goedemorgen!

Vandaag:

* Lezen en huiswerk controle

* Uitleg basisstof 4.3 de man

* Opdrachten maken

1 / 17

Slide 1: Slide

BiologieMiddelbare schoolvmbo k, gLeerjaar 2

This lesson contains 17 slides, with text slides.

Lesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Goedemorgen!

Vandaag:

* Lezen en huiswerk controle

* Uitleg basisstof 4.3 de man

* Opdrachten maken

Slide 1 - Slide

Lezen basisstof 4.3 de man

Begin met lezen van basisstof 4.3 de man op:

bladzijde 28 t/m 30

timer

5:00

Slide 2 - Slide

Leerdoelen basisstof 4.3

1. Je kunt de delen van het voortplantingsstelsel van een man noemen met hun functies en kenmerken

2. Je kunt de kenmerken van zaadcellen en eicellen noemen

Slide 3 - Slide

Filmpje

Mannelijk voortplantplantingsstelsel

Malmberg

Slide 4 - Slide

Uitwendige voortplantingsorganen

Bij mannen zie je bijna al hun voortplantingsorganen aan de buitenkant.

Alleen de prostaat en de zaadblaasjes liggen in de onder in de buik.

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Aanmaak zaadcellen

Vanaf 13 jaar beginnen de teelballen met het aanmaken van miljoenen zaadcellen per dag!

De teelballen liggen in een huidplooi (de balzak) buiten het lichaam.

Waarom is dit?

Slide 7 - Slide

Prostaat en penis

Zaadcellen worden tijdelijk opgeslagen in de bijballen.

Zaadleiders vervoeren de zaadcellen, deze gaan langs de zaadblaasjes en prostaat.

Hier wordt er vocht toegevoegd.

Het vocht met de zaadcellen samen noem je sperma.

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Penis

De urinebuis (met urine of sperma) loopt door de penis.

Op de top van de penis zit de eikel, deze is erg gevoelig.

De eikel is bedekt met een dunne huidplooi: de voorhuid.

Bij sommige jongens is de voorhuid weg gesneden. Dit noem je 'besnijden'

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Zaadlozing

Sperma komt uit de penis bij een zaadlozing.

Dit gebeurt als de penis stijf is. Dit wordt ook een erectie genoemd.

De penis kan stijf worden door zwellichamen. Mensen hebben 3 zwellichamen.

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Ei- en zaadcellen

Een eicel is de grootste menselijke cel

Een zaadcel is de kleinste menselijke cel

Een zaadcel bestaat uit 2 onderdelen:

- Een zweepstaart

- De kop (met DNA)

Slide 14 - Slide

Opdrachten bij deze basisstof:

Bij basisstof 4.3 de man horen de volgende opdrachten:

Opdracht 1 t/m 7

timer

7:00

Slide 15 - Slide

Leerdoelen basisstof 4.3

1. Je kunt de delen van het voortplantingsstelsel van een man noemen met hun functies en kenmerken

2. Je kunt de kenmerken van zaadcellen en eicellen noemen

Slide 16 - Slide

Voor de volgende les:

Gaan we:

- Herhalen basisstof 1 t/m 3

- Verder met basisstof 4.4 seks enzo

Huiswerk controle: basisstof 2 en 3!

Slide 17 - Slide