21-1-2021 (3gt3)

• Engels
• Middelbare school
• vmbo g, t
• Leerjaar 3

Welcome back 3gt3!

Today:

• Grammar
• Get to work

Aan het einde van de les...

- Begrijp je de grammatica onderdelen

- Heb je goed aan de opdrachten gewerkt

• I can speak three languages.
• She can  walk for hours.
• They can see us.
• You can come over tomorrow. 
• We can go to school now. 

Wat betekent het woordje 'can' in deze zinnen?

Grammar 4.2

• I can speak three languages.
• She can  walk for hours.
• They can see us.
• You can come over tomorrow. 
• We can go to school now. 

Wat betekent het woordje 'can' in deze zinnen?

kan (in staat zijn)

kan (in staat zijn)

can + hele werkwoord

I can see ...

You can do...

He can visit...

They can't believe...

We can't remember...

be able to + hele werkwoord

kan (in staat zijn)

Be able to betekent hetzelfde als het werkwoord can.

Als je can niet kan gebruiken (bijvoorbeeld bij de present perfect) gebruik je be able to.

• James is (not ) able to speak French.
• He is (not) able to run for 10 minutes straight.
• They are (not) able to fly airplanes.

• I have (not) been able to swim since I was five. 

Get to work! 

Hoe? In break out rooms. Maak de opdrachten samen en overleg goed met elkaar. Gebruik de LessonUp / grammar 4.2 

Done? 

• Groen? -> Express yourself (exercise 21 & 22)
• Rood? -> Practise more grammar 1 t/m 4

Maak: Opdracht 16 

Ik wil geen '?' in je antwoorden zien. Probeer altijd antwoord te geven. Ik ben hier voor vragen!

Tell me what you are planning to do tonight. Use "to be going to"!

Get to work! 

Hoe? In break out rooms. Maak de opdrachten samen en overleg goed met elkaar. Gebruik de LessonUp / grammar 4.3

Done? 

• Groen? -> Express yourself (exercise 21 & 22)
• Rood? -> Practise more grammar 5 t/m 7

Maak: Opdracht 17 en 18

Ik wil geen '?' in je antwoorden zien. Probeer altijd antwoord te geven. Ik ben hier voor vragen!

Homework (Monday 25/01)

- Opdrachten 11 t/m 20 (unit 4.2)

Een voor de mensen die 4.1 nog niet af hebben, ook opdracht 1 t/m 9! 

Ik begrijp de grammatica onderdelen.

1. Green
2. Orange
3. Red

Ik heb goed samengewerkt met mijn klasgenoten.

1. Green
2. Orange
3. Red