This lesson contains 35 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
De beroemde zeventiende-eeuwse Nederlandse schilder
Rembrandt van Rijn maakte veel zelfportretten. Op deze afbeelding zie je een zelfportret dat hij schilderde rond 1635.
De Oostenrijkse kunstenaar Egon Schiele maakte ruim 100 zelfportretten. Op deze afbeelding zie je een zelfportret uit 1912.
Slide 3 - Slide
voorstelling
Slide 4 - Mind map
ordening
Slide 5 - Mind map
kleur
Slide 6 - Mind map
licht
Slide 7 - Mind map
ruimte
Slide 8 - Mind map
textuur / stofuitdrukking
Slide 9 - Mind map
hanteringswijze
Slide 10 - Mind map
Wat is de inhoud van het werk? Waar zie je dat aan?
Slide 11 - Open question
Wat is de functie van dit werkstuk? Waarom/waarvoor is dit werkstuk gemaakt?
Slide 12 - Open question
Met dit portret wilde Rembrandt laten zien dat hij een succesvolle en goede schilder was. --> Noem twee aspecten van de voorstelling waaraan je kan zien dat hij succesvol was.
Slide 13 - Open question
Rembrandt schilderde dit portret realistisch. --> Noem een voorbeeld van het aspect licht waaraan je dat kan zien.
Slide 14 - Open question
Rembrandt schilderde dit portret realistisch. --> Noem een voorbeeld van het aspect textuur waaraan je dat kan zien.
Slide 15 - Open question
Slide 16 - Slide
Met deze etsen deed Rembrandt onderzoek naar het maken van portretten. --> Noem twee aspecten die Rembrandt onderzocht met deze etsen.
Slide 17 - Open question
Slide 18 - Slide
Het suggereren van plasticiteit in een schilderij is anders dan in een ets. --> Beschrijf hoe Rembrandt plasticiteit suggereert in deze ets.
Slide 19 - Open question
Schilders maken vaak een zelfportret. --> Noem twee redenen die het aantrekkelijk maken voor een schilder om zichzelf en niet een ander model te schilderen.
Slide 20 - Open question
Slide 21 - Slide
voorstelling
Slide 22 - Mind map
ordening
Slide 23 - Mind map
kleur
Slide 24 - Mind map
licht
Slide 25 - Mind map
ruimte
Slide 26 - Mind map
textuur / stofuitdrukking
Slide 27 - Mind map
hanteringswijze
Slide 28 - Mind map
Wat is de inhoud van het werk? Waar zie je dat aan?
Slide 29 - Open question
Wat is de functie van dit werkstuk? Waarom/waarvoor is dit werkstuk gemaakt?
Slide 30 - Open question
Slide 31 - Slide
Vergelijk afbeelding 1 en 2. Het portret van Schiele verschilt van het portret van Rembrandt. --> Noem twee aspecten van de voorstelling waarin de portretten verschillen.
Slide 32 - Open question
Vergelijk afbeelding 1 en 2. De hanteringswijze van beide schilders is verschillend. --> Beschrijf de hanteringswijze van Rembrandt.
Slide 33 - Open question
Vergelijk afbeelding 1 en 2. --> Beschrijf de hanteringswijze van Schiele.
Slide 34 - Open question
Bekijk afbeelding 2. In dit zelfportret van Schiele ligt de nadruk op