Je lijf, je leven

• Levensbeschouwing
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3

Ik, mij en mezelf

Leerpunten bij deze les 9.1 blz. 14 t/m 18

1. Ik

2. Je lichaam

3. Lichaamscultuur

4. Tattoos

5. Lichaamstaal

Leerdoelen

1. Ik kijk naar mijn eigen "ik" en daar is er maar 1 van!
   
2. Ik weet dat ik een lichaam en verstand heb en dat hoort bij wie ik ben.
   
3. Ik leer het begrip 'lichaamscultuur'.
   
4. Ik kan vertellen waarom mensen een tattoo laten plaatsen.
   
5. Ik kan aangeven wat het begrip 'lichaamstaal' betekent.
   

Je lichaam

Wat vind jij het meest opvallend aan jezelf?

Heb je een lichaam of ben je een lichaam?

Ik heb een lichaam

1. Als ik wakker word en moet opstaan
2. Tijdens het sporten
3. Als ik slaap
4. In de bioscoop

Ik ben een lichaam

1. Als ik verliefd ben
2. Tijdens een heftige ruzie
3. Als ik slaap
4. Bij het gamen

Wat doe jij om fit en gezond te blijven?

Lichaamscultuur

Hierover zie je veel in reclames voor lichaamsverzorging en gezonde voeding. In de Westerse cultuur is de norm dat je je best doet om er goed uit te zien. Er kan een ideaalbeeld ontstaan waar geen mens aan kan voldoen.

Waarom nemen mensen een tattoo?

Ze willen een statement maken, bij een groep horen.

De Grieken en de oude Egyptenaren deden het ook al.

Als een eerbetoon aan een dierbaar iemand die is overleden.

Gelovigen willen een spreuk uit de Bijbel.

Gewoon omdat je het lichaamsversiering vindt.

Om persoonlijke redenen.

Hoe denk jij over tattoos?

create.kahoot.it

6 basisemoties

Aantekeningen  H. 9.1

1. Identiteit= karaktereigenschappen en kenmerken van een persoon.
   
2. Waarden kun je uitdrukken in 1 woord b.v. vriendschap, eerlijkheid, gezondheid.
   
3. Normen zijn de regels/afspraken die horen bij wat jij van waarde vindt.
   
4. Lichaamscultuur zijn de gewoonten en gebruiken rondom ons lichaam.
   
5. Imago is het beeld wat anderen van ons hebben.
   
6. Lichaamstaal vertelt iets over wat je voelt. 
   
7. De 6 basisemoties: boos, verrast, blij, bang, verdriet en walging.
   

Opdracht

• Teken een grote cirkel met binnencirkels.
• Dit is jouw ruimte .
  
• Als je teruggaat in jouw herinneringen komen er mooie en minder mooie gedachtes naar boven. Dingen waar je om moet lachen maar ook zaken waarvan je moet huilen.
• Iedereen maakt wel dingen mee die hem/haar gelukkig maken maar ook er gebeuren ook wel dingen in je leven waar jij dieper over nadenkt.
• Beantwoord de 19 vragen die op het werkblad staan.
• De cirkels mag jij inkleuren of opvullen met symbolen die bij jou horen.

Samenvattend

Wie ben ik...?

Ik ben....

enz.