H1: stoffen, par. 1: Stoffen in huis

• Natuurkunde / Scheikunde
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 1

Wat weten jullie al over stoffen binnen natuurkunde?

Stoffen herkennen

Sommige stoffen lijken erg veel op elkaar.

Het verschil tussen een stof is dan niet te zien.

Bijvoorbeeld door te ruiken, let wel op, ruik heel voorzichtig.

Waaraan merk je het verschil tussen water, wasbezine en chloor?

Stoffen ordenen

Stoffen kun je herkennen aan stofeigenschappen.

Deze kun je gebruiken om stoffen te onderscheiden.

Stoffen en veiligheid

Sommige stoffen in het huishouden kunnen gevaarlijk zijn.

Bijvoorbeeld: spiritus, bleekwater, wasbenzine, ammonia en medicijnen. 

Redenen gevaar stoffen:

Inademen, slecht voor slijmvliezen of neus.

Inslikken, gevaar voor je lichaam.

Aanraking van huid en ogen, het brandt in je huid/ ogen.

In combinatie met vuur, het ontbrandt heel makkelijk.

Stoffen in aanraking met elkaar, er volgt een heftige reactie. 

Stoffen bij natuurkunde kunnen gevaarlijk zijn, daarom mag je nooit proeven.

Noem 3 voorbeelden van stofeigenschappen.

Wat is een verschil tussen water en alcohol

1. Mate van giftigheid
2. Geur
3. Kleur
4. Brandbaarheid

Waarom kunnen stoffen gevaarlijk zijn?

Opdrachten maken

Welke opdrachten kan je maken:

Opgave 3 t/m 12, blz. 6

Practica die nu al gemaakt kunnen worden:

Stoffen onderzoeken blz. 49