Kort herhalen theorie lezen

Lezen herhaling
1 / 24
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Lezen herhaling

Slide 1 - Slide

Wat weet je nog van
lezen H1 en H2?

Slide 2 - Mind map

Leesstrategie
Hoe pak je een tekst aan?

Slide 3 - Slide

Uit welke 3 stappen bestaat de leesstrategie?

Slide 4 - Open question

Welke leesmanier past bij de stap 'Verkennen'?
A
Zoekend lezen
B
Grondig lezen
C
Verkennend lezen

Slide 5 - Quiz

Tekstsoorten
Bekijk de volgende afbeeldingen en bedenk welk tekstsoort het is.

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Deze tekst is een …..
A
Amuserende tekst
B
Aansporende tekst
C
Informerende tekst
D
Uitleggende tekst

Slide 8 - Quiz

Slide 9 - Slide

Deze tekst is een ...
A
Amuserende tekst
B
Overtuigende tekst
C
Informerende tekst
D
Uitleggende tekst

Slide 10 - Quiz

Slide 11 - Slide

Deze tekst is een ...
A
Amuserende tekst
B
Overtuigende tekst
C
Informerende tekst
D
Aansporende tekst

Slide 12 - Quiz

Slide 13 - Slide

Deze tekst is een ...
A
Uitleggende tekst
B
Overtuigende tekst
C
Informerende tekst
D
Aansporende tekst

Slide 14 - Quiz

Slide 15 - Slide

Deze tekst is een ...
A
Uitleggende tekst
B
Overtuigende tekst
C
Informerende tekst
D
Aansporende tekst

Slide 16 - Quiz

Leesmanieren
De volgende vragen gaan over leesmanieren.

Slide 17 - Slide

Wat hoort niet bij verkennend/ oriënterend lezen?
A
Lees de titel
B
Lees de hele tekst
C
Kijk naar de bron
D
Bekijk de afbeelding

Slide 18 - Quiz

Wanneer gebruik je verkennend/ oriënterend lezen?
A
Alles je alles over de tekst wilt weten.
B
Als je de tekst wilt voorspellen.
C
Als je wilt weten wat het tekstdoel is.
D
Als je op zoekt bent naar het antwoord op een vraag.

Slide 19 - Quiz

Bij welke fase van het leesplan hoort verkennend/ oriënterend lezen?
A
Voor het lezen
B
Tijdens het lezen
C
Na het lezen

Slide 20 - Quiz

Publiek
De volgende vragen gaan het publiek van een tekst.

Slide 21 - Slide

Welke soorten publiek zijn er? Noem er 3.

Slide 22 - Open question

Breed publiek
Kleiner, gespecialiseerd publiek
Eén persoon of kleine groep

Slide 23 - Drag question

Hoe goed ken jij de theorie?
A
Al super goed!
B
Ik moet sommige dingen nog goed leren.
C
Ik vind het nog best lastig.
D
Als ik ga leren, komt het wel goed!

Slide 24 - Quiz