Je leert dat het skelet van een dier past bij zijn leefwijze en hoe dieren bewegen in het water en op het land.
Je leert over stevigheid en beweging bij dieren zonder wervelkolom.
Je leert dat het skelet van een dier past bij zijn leefwijze en hoe dieren bewegen in het water en op het land., Je leert ook over stevigheid en beweging bij dieren zonder wervelkolom.
1 / 18
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1
This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
2.5 Skelet & Leefwijze
Leerdoelen
Je leert dat het skelet van een dier past bij zijn leefwijze en hoe dieren bewegen in het water en op het land.
Je leert over stevigheid en beweging bij dieren zonder wervelkolom.
Je leert dat het skelet van een dier past bij zijn leefwijze en hoe dieren bewegen in het water en op het land., Je leert ook over stevigheid en beweging bij dieren zonder wervelkolom.
Slide 1 - Slide
Zelfde bouwplan
andere leefwijze
Slide 2 - Slide
Welke eigenschap van de mol maakt hem heel geschikt voor het leven in gangen?
A
Een mol ziet erg slecht
B
Een mol ruikt heel goed
C
Een mol heeft stevige voorpoten
Slide 3 - Quiz
Slide 4 - Video
Zelfde bouwplan, verschillende leefwijzen
Slide 5 - Slide
hoe weten we dat walvissen en dolfijnen gewervelde dieren zijn en geen vissen?
Slide 6 - Open question
behalve in hun skelet verschillen zeezoogdieren nog op andere kenmerken van vissen, welke bijvoorbeeld?
Slide 7 - Mind map
Voortbeweging
In water; vissen hebben verticale staart, zoogdieren horizontale
- gestroomlijnd lichaam
Op land; reptielen hebben poten naast hun lichaam, zoogdieren recht onder hun lichaam