Les 28: Herhaling H6 + H7 (2HV)
1 / 21
Lesson duration is: 50 minItems in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Vul de goede vorm van het vraagwoord 'quel' in.
__________ matière préfères-tu?
__________ matière préfères-tu?
A
quel
B
quelle
C
quels
D
quelles
Slide 5 - Quiz
Vul de goede vorm van het vraagwoord 'quel' in.
__________ est ton nom?
__________ est ton nom?
A
quel
B
quelle
C
quels
D
quelles
Slide 6 - Quiz
Vul de goede vorm van het vraagwoord 'quel' in.
Vous allez parler de __________ sujets?
Vous allez parler de __________ sujets?
A
quel
B
quelle
C
quels
D
quelles
Slide 7 - Quiz
Vul de goede vorm van het vraagwoord 'quel' in.
__________ sont tes couleurs préférées?
__________ sont tes couleurs préférées?
A
quel
B
quelle
C
quels
D
quelles
Slide 8 - Quiz
Slide 9 - Slide
Stelling: als je in het NE geen lidwoord gebruikt, gebruik je in het FA een delend lidwoord.
A
juist
B
onjuist
Slide 10 - Quiz
Een delend lidwoord gebruik je
A
zowel in het Nederlands als in het Frans
B
alleen in het Nederlands
C
alleen in het Frans.
D
bij uitzonderingen in het Frans
Slide 11 - Quiz
Na een ontkenning of een hoeveelheidswoord gebruik je altijd
A
de of d'
B
hetzelfde delend lidwoord
C
je ne sais pas
D
des, d'
Slide 12 - Quiz
Vul het juiste delend lidwoord in:
'Ma mère achète......pain
'Ma mère achète......pain
A
des
B
de la
C
du
D
de
Slide 13 - Quiz
Kies het juiste delend lidwoord:
Je prends une salade avec ___ tomates
Je prends une salade avec ___ tomates
A
du
B
des
C
de
D
de la
Slide 14 - Quiz
Kies du, de la, de l' of des:
Je prends ___ confiture (v).
Je prends ___ confiture (v).
A
du
B
de la
C
de l'
D
des
Slide 15 - Quiz
Vul nu zelf in. Kies uit: du, de la, de l', des, de, d'.
Je ne prends pas __ thé (m).
Je ne prends pas __ thé (m).
Slide 16 - Open question
Je ne bois pas ..... coca.
(Kies het goede delend lidwoord)
(Kies het goede delend lidwoord)
A
du
B
des
C
de la
D
de
Slide 17 - Quiz
Gaat het lukken?
😒🙁😐🙂😃
