Lowan thema 2 werkwoorden
1 / 23
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
1. de meester..... geen eten
A
zijn
B
hebben
C
is
D
heeft
Slide 5 - Quiz
2. de leerlingen ... boven
A
zijn
B
hebben
C
ben
D
heb
Slide 6 - Quiz
3. de tafels ... vies
A
zijn
B
hebben
C
is
D
heeft
Slide 7 - Quiz
4. De computers ... uit.
A
zijn
B
hebben
C
ben
D
heeft
Slide 8 - Quiz
5. De pen .... oud.
A
ben
B
heb
C
is
D
heeft
Slide 9 - Quiz
6. De juf ... ziek.
A
zijn
B
heb
C
is
D
heeft
Slide 10 - Quiz
9. de deuren ... dicht.
A
zijn
B
hebben
C
bent
D
hebt
Slide 11 - Quiz
10. De mappen ... rood.
A
zijn
B
hebben
C
bent
D
heeft
Slide 12 - Quiz
11. Lieke ... een auto.
A
zijn
B
hebben
C
bent
D
heeft
Slide 13 - Quiz
12. Jasperina .. een broek aan.
A
ben
B
heb
C
is
D
heeft
Slide 14 - Quiz
13. De leerlingen .. een computer
A
zijn
B
hebben
C
is
D
hebt
Slide 15 - Quiz
14. De juf .. niet groot
A
zijn
B
hebben
C
is
D
heeft
Slide 16 - Quiz
16. Alex ... een blauwe tas
A
ben
B
heb
C
bent
D
heeft
Slide 17 - Quiz
19. Ik ... verliefd op Maxima
A
ben
B
heb
C
bent
D
heeft
Slide 18 - Quiz
20. Jij .. verliefd op Jasmina.
A
bent
B
heb
C
is
D
heeft
Slide 19 - Quiz
21. Wij .. veel eten.
A
zijn
B
hebben
C
bent
D
heb
Slide 20 - Quiz
23. Jullie ... goed!!!
A
bent
B
hebt
C
zijn
D
hebben
