This lesson contains 36 slides, with text slides.
22. Wir spielen heute gegen (het ) rote Team (o.).
23. Diese Jugendlichen sind( geen) Schüler (mv.) von dieser Schule.
24. Ich gebe ( geen) Fremden ( mv.) meine Telefonnummer.
Befehlsform 1- 2 in der du- Form / 3-4 ihr Form / 5-6 Sie Form
1. anzünden.: ............... das Feuer.....
2. aufstehen: ...... jetzt von dem Stuhl......
3. denken;............ bitte mit. Was ist die Lösung?
4. geben:............ eure Arbeitsbücher zur Kontrolle.
5. haben:............. Sie bitte etwas Geduld.
6. reden: .....................Sie bitte etwas langsamer
Wie sagt man auf Deutsch:
Mijn hobby is
mijn lievelingskleur is
ik ga naar de havo/ naar het vwo
ik kom vandaan.....
mijn verjaardag is op....
I
Ik kan met een studiewijzer werken
Ik ken het grammatica van K2-L1/ L2
Ik ken de woorden van L1- L3
Ik en de RM van L3
Ik kan werkwoorden met de stam -d/-t vervoegen
Ik ken het geslacht van zelfstandige nw + de regels
Notiere alles, was du hieruber noch weißt? ( 2 Minute)
Vergleiche deine Antworten mit dem Nachbar ( 1 Minute)
1. Ich habe Zahnschmerzen. Ich ......... zum Zahnarzt.
2. Wir schreiben morgen eine Klassenarbeit. Der Lehrer sagt, dass wir lernen...................
3. Er ist gut in Mathe. ................ er dir mit den Aufgaben helfen.
4.Du ........... im Unterricht besser aufpassen, wenn du noch die Klasse schaffen möchtest.
5. Er ............... früh ins Bett gehen; dann ist er nicht so müde.
houden van- moeten - kunnen- weten -mogen- willen
1. ......... du heute Abend mit ins Kino?
2. Er .............. nicht mitgehen. Er ......noch für Deutsch lernen.
3. ........... ihr, wann der Hörtest ist?
4. .................... du Erdbeeren auch so gerne?
5. Du ............. sofort zum Lehrer kommen.
Befehlsform 1- 2 in der du- Form / 3-4 ihr Form / 5-6 Sie Form
1. anzünden.: ............... das Feuer.....
2. aufstehen: ...... jetzt von dem Stuhl......
3. denken;............ bitte mit. Was ist die Lösung?
4. geben:............ eure Arbeitsbücher zur Kontrolle.
5. haben:............. Sie bitte etwas Geduld.
6. reden: .....................Sie bitte etwas langsamer
Wie sagt man auf Deutsch:
Mijn hobby is
mijn lievelingskleur is
ik ga naar de havo/ naar het vwo
ik kom vandaan.....
mijn verjaardag is op....
I
Ik kan met een studiewijzer werken
Ik ken het grammatica van K2-L1/ L2
Ik ken de woorden van L1- L3
Ik en de RM van L3
Ik kan werkwoorden met de stam -d/-t vervoegen
Ik ken het geslacht van zelfstandige nw + de regels